Hoe ga je om met meningsverschillen in de kerk?
De kerk is een van de weinige plekken waar mensen van verschillende achtergronden samenkomen. Dat is mooi maar maakt de kerk ook kwetsbaar. Heftige meningsverschillen
kunnen ontstaan, waardoor de focus verschuift van het geloof dat we delen naar verschillen die polariseren. Hoe ga je daarmee om?
‘…Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd.’
(Handelingen 15: 2)
Paulus en Barnabas hebben fantastische reizen gemaakt en zijn op allerlei plekken geweest waar veel mensen tot geloof zijn gekomen. Terug in Antiochië doen ze verslag. Een verslag waarvan je alleen maar blij kunt worden, toch? Maar niet iedereen is enthousiast, er komen al snel bezwaren. Dit is geen gewoon meningsverschil. Voor de Joodse christenen gaat het om iets fundamenteels: als de nieuwe niet-Joodse gelovigen zich niet laten besnijden, kunnen ze niet gered worden.
Verlangen om rein te zijn
Het kan voor ons lastig zijn om meteen te begrijpen wat er gebeurt. Voor Joden golden er allerlei reinheidsvoorschriften over het omgaan met niet-Joden, die zij ook bleven volgen als zij christen werden. Ontmoetingen met niet-Joodse christenen zouden hen onrein kunnen maken voor God. De christenen met een Joodse achtergrond geloofden daarom dat de weg naar redding via het jodendom en de besnijdenis naar het christendom liep. Dat was geen hoogmoedige gedachte, nee dat kwam voort uit hun toewijding aan God en hun verlangen om rein te zijn voor Hem.
Conflictsituatie
Het kan zijn dat iets vergelijkbaars ook in ons leven of in onze kerken speelt. Misschien hebben we bepaalde ideeën over de route die mensen moeten volgen voordat ze echt christen zijn en deel uitmaken van onze gemeenschap. Vaak zit daar geen hoogmoed of slechte bedoeling achter, maar een verlangen om God werkelijk te dienen.
Hoe ga je om met zo’n conflictsituatie?
Meningsverschillen in Handelingen
Handelingen 15 biedt misschien wel een van de mooiste voorbeelden hoe meningsverschillen in de kerk aan te pakken.
Eén ding valt daarbij op: Paulus en Barnabas gaan in gesprek met de leiders in Jeruzalem, en in dat gesprek is er ruimte voor iets fundamenteels, namelijk voor wat zij in de praktijk zien gebeuren: mensen van allerlei achtergronden komen tot geloof en ontvangen de heilige Geest. Petrus verbindt daaraan een conclusie. We kunnen niet zelf voor God spelen en uitspraken doen over wie wel of niet gered worden, maar we moeten onze ogen openen door voor het werk van God en de manier waar Hij werkt accepteren: geen van ons is goed genoeg voor God, we zijn allemaal afhankelijk van zijn genade.
Advies van Petrus
Misschien hebben wij ook een bepaalde route in ons hoofd over hoe wijzelf of anderen tot geloof zouden moeten komen, een soort stappenplan. Niet zoals toen, via besnijdenis, maar wel via een bepaalde kerk, een bepaalde doop of een bepaalde levenswijze. Ik denk dat het Bijbelgedeelte uit Handelingen ons uitdaagt om onze eigen ideeën, routes en stappenplannen kritisch te bekijken en om Petrus’ advies op te volgen: om onze ogen te openen voor hoe de heilige Geest werkt, in allerlei levens en op allerlei manieren.
Loslaten
Stel je voor dat je dat vandaag doet: je eigen stappenplan over tot geloof komen loslaten, kijken naar het werk van de Geest en teruggaan naar de basis van vers 11, waar staat: we geloven dat we door de genade van Jezus gered worden. Wat zou dat betekenen voor de mensen om je heen? Welke mensen zou jij met andere ogen gaan zien en verwelkomen in jouw gemeenschap? Het zou zomaar kunnen gebeuren dat als je dat doet er geen noodzaak meer is voor allerlei discussies over wie er wel en niet bij hoort, maar dat er opeens tijd en ruimte ontstaat om de deuren van je kerk en, nog belangrijker, de deuren van je hart open te zetten voor iedereen die geraakt is door de Geest en op zoek is naar een plek om verder te groeien in geloof.
Ilse Visser
Kerkelijk jeugdwerker in de Marekerkgemeente in Leiden
(Bron: Petrus, magazine van de PKN)