Deze maanden lezen Gisela en ik elke morgen een psalm. We waren vorige week bij Psalm 35 aangekomen. Die trof ons buitengewoon vanwege de grote actualiteit die hierin verwoord is. De beelden van de situatie in Oekraïne lijken hier, drieduizend jaar geleden, van ondertiteling voorzien. Ik zou zeggen: lees deze psalm eens heel rustig door.
Elk jaar werk ik mee aan een bijbels dagboekje. De afgelopen vijf jaar heb ik elke maand over dertig psalmen een korte meditatie geschreven. Zo ook over Psalm 35. Hierbij stond vooral vers 7b centraal: ‘Zonder reden hebben zij een kuil voor mij gegraven’. Ik geef hieronder de tekst van deze overdenking weer:
Tijdens zijn bezoek aan het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau bad Nobelprijswinnaar Eli Wiesel: ‘Here, vergeef het hun niet’. Begrijpelijke woorden… Maar mogen ze uitgesproken worden? Mag je om wraak bidden?
David bidt om wraak. Daarmee is deze psalm voor ons moeilijk. Let er in ieder geval op dat met dit gebed, zowel dat van David als dat van Eli, de wraak aan Gód wordt overgelaten. Hem komt de wraak toe. Hij zal het vergelden.
De Here zelf zal uiteindelijk het juiste oordeel voltrekken.
Waar het voor mij op aankomt, is te onderzoeken of, als ik negatief word bejegend door mensen, dat werkelijk ‘zonder reden’ is. Dat moet ik niet te gauw zeggen. Beter is het mijzelf kritisch te bekijken. Daarom bid ik: Here, ‘zie, of bij mij een heilloze weg is en leid mij op de eeuwige weg’ (Ps. 139: 24).
Ds. G.J. Mink