Komende zondag is er voor onze kerk een nieuw fenomeen, ‘de roepingenzondag’.
In rooms-katholieke kring kenden ze die al langer, maar nu gaan wij er ook aan meedoen. Waar gaat het om? Het aantal theologiestudenten is dramatisch teruggelopen. Toen ik theologie ging studeren waren er voor de kerken die later tot de Protestantse Kerk fuseerden, maar liefst zes theologische opleidingen: de theologische faculteiten van de VU-Amsterdam, van de universiteiten van Amsterdam, Leiden, Utrecht en Groningen, alsmede de Theologische Hogeschool in Kampen. Vanwege fusies is het er nog maar één: de Protestantse Theologische Universiteit, onlangs naar Utrecht verhuisd. Er is slechts een handjevol studenten dat zich als eerstejaars aanmeldt, waar dit in 1976 honderden betrof. Waar deze lichting al met emeritaat is of op het punt staat dit te gaan, zijn er dus geen vervangers beschikbaar. Weliswaar is het aantal kerkelijke gemeenten afgenomen, zijn kerkgebouwen gesloten en zijn er predikantsplaatsen opgeheven, maar desalniettemin is er een schreeuwend en schrijnend tekort ontstaan. Dit gaat de komende jaren het kerkelijk leven sterk bepalen. In onze omgeving valt het nu nog mee, maar in het Zuiden en Noorden van ons land is de situatie ronduit dramatisch te noemen.
Nu moet niemand zich indringen in het ambt. Je moet ertoe geroepen worden. Door niemand minder dan de Here zelf. Dat is een absolute voorwaarde. Zou het misschien kunnen zijn dat het aantal roepingen niet afneemt, maar dat het aantal mensen dat aan die roeping gehoor geeft, afneemt?
Ik besef: een zeer kritische vraag, maar die moet soms ook gesteld worden. Overwegen jongeren (en ouderen die als zij-instromer predikant zouden kunnen worden) wel eens deze weg te gaan? Ben je bezig met de vraag: wat wil de Here met mijn leven? Welke gaven schonk Hij mij? Hoe kan ik Hem en zijn Kerk dienen?
In ons gebed zullen we hieraan zondag aandacht geven. Maar misschien kunnen ouders als ze over de beroepskeuze van hun kinderen met hen spreken dit ook eens meenemen?