Vakantieperiode
De vakantieperiode komt in zicht. In de schoolvakantie zullen velen eropuit trekken. We gunnen elkaar een periode van recreëren. Het is kostbaar als de vakantie ook iets heeft van ‘op adem komen bij God’. Veilig weer thuiskomen, is niet vanzelfsprekend. Net zomin als ons ‘gewone’ wonen en werken vanzelfsprekend is.
We zijn sterfelijke mensen. Ik moet denken aan de preek van zondagavond over de ‘de troost van de opstanding van het vlees en het eeuwige leven’. Je hoort hierin een verband met vraag en antwoord 1 van de Catechismus. ‘Wat is uw enige troost in leven en in sterven?’
Dat ik met lichaam en ziel, in leven en in sterven, het eigendom ben van mijn trouwe Zaligmaker, Jezus Christus.
Dat geeft houvast. Hij houdt vast! Zo ben je veilig en geborgen. Hier komt het dan ook op aan. We denken ook aan hen die niet weg (kunnen) gaan, om wat voor reden dan ook. Laten we ook in de komende periode oog hebben voor de ander. In Psalm 121 worden de pelgrims toegezongen: ‘De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid’.
De opstanding van het vlees
Met de twaalf artikelen van het geloof belijden we de opstanding van ‘het vlees’.
Regelmatig wordt bij het voorlezen van deze geloofsbelijdenis voor de duidelijkheid het woordje ‘vlees’ gewijzigd in ‘lichaam’. Bij ‘vlees’ denken we vooral aan voedsel, aan wat we eten. Daar gaat het uiteraard in de geloofsbelijdenis niet over. Vandaar de verwoording: ik geloof in de opstanding van ‘het lichaam’.
Zo zeg ik het zelf ook vaak. Afgelopen zondagavond heb ik bewust het woord ‘vlees’ gebruikt. Met ‘vlees’ wordt in de twaalf artikelen namelijk meer bedoeld dan het lichaam. Bij de opstanding gaat het niet alleen om het menselijk lichaam. Het hele mens-zijn wordt weer ontvangen. Er komt een nieuw ‘bestaan’. Dat wordt uitgezegd in de opstanding van ‘het vlees’.
Met een hartelijke groet,
ds. S.J.Verheij