Wat moeten we zeggen? Wat kunnen we zeggen. Ons ontbreken de woorden.
Wat een vreselijke toestand in de wereld. Het arme volk van Oekraïne belaagd, aangevallen. Hoe zal het verder gaan? Hoe kunnen wij hier voor Gods aangezicht woorden aan geven? Ik kan geen betere woorden bedenken dan die David had. Ook hij kende die
verbijstering toen hij Psalm 2 dichtte:
Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch?
Wat is de waanzin toch die zij beramen?
De groten staan gewapend tot de slag,
de machtigen der wereld spannen samen.
‘t Is tegen het gezag van God de Here
en tegen zijn gezalfde vorst gericht:
‘Komt’, zeggen zij, ‘laat ons hun banden scheuren,
tot alle macht in onze handen ligt’!
Ten diepste beleven we in deze dagen een opstand tegen de Here. Hij heeft liefde en vrede op het oog. Geen haat en geen oorlog. En het is dan ook onbegrijpelijk en verbijsterend te horen hoe de Russisch-orthodoxe patriarch zich opstelt ten opzichte van president Poetin. Dat maakt het voor een christen nog ingewikkelder. En niet alleen verbijstering komt dan aan het licht. Wat mij betreft ook onbegrip en schaamte.