Verslag gemeenteavond 3 oktober

De preses van de Algemene Kerkenraad W. Dunsbergen opent de avond met het lezen van Kolossenzen 3: 5-17 en gebed. Hierna worden de eerste drie verzen van psalm 119 gezongen en krijgt ds. Dekker het woord.

Hij kijkt nog even terug op de kern van de vorige gemeenteavond: de nieuwe mens, van de oude wereld naar de nieuwe wereld. Christenen zijn van Christus, in Christus, met Christus. Onze oriëntatie moet op Christus zijn: bekleed u met de nieuwe mens Christus. Er kan geen sprake zijn van een christelijke levensstijl wanneer ons hart niet in Christus ligt. Wanneer ons hart in de wereld ligt. Een christelijke levensstijl is geen pakket van gewoonten, waarden of normen. In dat geval komt namelijk van het één het andere. Sport op zondag kijken is één, sport op zondag doen is twee. De zondag verandert hierdoor. Op allerlei terreinen wordt zo de teugel gevierd. Dit geldt ook voor andere thema’s zoals geld, goederen, seksuele moraal, enzovoort. We leven nu in andere tijden. De conclusie is dat een christelijke levensstijl een gewoonte was: het gaat om de bekering van het hart en niet om de uitwendige werken. Die bekering moet bepreekt worden. Als Christus ons leven is, wat hebben we dan nodig? Onderwijs, training en oefening.

Het is opvallend dat de brieven in het nieuwe testament hetzelfde patroon hebben, namelijk een begin én de uitwerking voor het leven van elke dag. Het begin is vaak een uiteenzetting van de kernen van het geloof: wie is Jezus Christus voor ons? Zijn kruis en opstanding, wat betekent dat voor ons? De uitwerking van het leven voor elke dag zien we bijvoorbeeld in de brief van Jacobus. Voor wat betreft vermaningen in de brief van Johannes zien we wie Christus is en wat liefde is. Voor de mensen uit de tijd van Paulus past dat nog veel moeilijker in hun cultuur dan voor ons.

Elk kind van God ondervindt dat het niet vanzelf gaat: het vlees strijdt tegen de geest, de verleiding van de kaalslag van de gemeente; voor de gemeente van Korinthe: zedeloosheid, onenigheid, echtscheiding, afgoderij en slavenhandel.

Ook vandaag wordt het evangelie nog verkondigd, bepreekt. Dit is de voortzetting van het werk van de apostelen. Hetzelfde dient in de preek te gebeuren, zoals de apostelen deden: vermaning, schuldbelijdenis, lofprijzing en dankzegging. Preken moet christelijk leven helpen vorm te geven. Dit kan met concrete voorbeelden en waarschuwingen. Concrete dingen zoals ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerten en hebzucht, ze geven ons harteleven aan. De Bijbel zegt: u bent anders, u bent van dé Ander. Van een andere wereld, is de boodschap! Strijd tegen jezelf. Laat de oude mens los. Dient elkaar in de liefde. Heb uw naaste lief als uzelf. Ware liefde zoekt zichzelf niet. Dat is voelbaar in heel onze samenleving. Wie de schoen past trekke hem aan.

Dienen in Christus is met enige gevoelens van ontferming, met vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld en verdraagzaamheid.

Wel concreet zijn, maar niet ingevuld, bijvoorbeeld als het gaat over de vluchtelingenproblematiek. De ene christen wil deze mensen in nood helpen, de andere spreekt discriminerende taal. De ene christen ziet de islam als een gevaar: ‘we worden ingepakt’, maar de andere stelt zijn huis open voor vluchtelingen. Het is de toon die de muziek maakt. De toon moet goed zijn: niet veroordelend en geen conclusies trekken is de boodschap. Niet de geest van Jezus de totale samenleving opleggen. Niet doorschieten: liefde uitdelen op de preekstoel. Christenen volgen Jezus en gaan ver met de bereidheid om in te schikken. Christenen dienen zich bijvoorbeeld af te houden van prostitutie, maar dealen met de realiteit zal wel moeten. Op het terrein van maatschappij en politiek moeten we voor het maximaal haalbare gaan, maar in de kerk is de norm van Christus zelf het uitgangspunt. Niet heersen over concrete invulling van een ieders leven.

Uit deze voorbeelden blijkt dat het ingewikkeld is! Begrijpen wat er bedoeld wordt. Zomaar Christus nazeggen hoe het moet, dat kan, maar niet altijd. Invulling is niet alleen een kwestie van prediking: onderwijst elkaar de weg en dan wordt het ineens de gemeente: ‘Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen in alle wijsheid, onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen’. Over en weer respecteren we dat we christenen zijn met een eigen ‘way of life’. Elkaar onderwijzen en bevragen is belangrijk. Vormgeven aan concrete vragen bijvoorbeeld: hoe ga je om met je geld, de media, de zondag, enzovoort. Geen luxe, maar noodzaak in onze veranderende tijd.

Na de pauze zijn er nog enkele vragen met betrekking tot dit onderwerp in groepjes besproken zoals: ‘Verschillen in gewoonten, waarden en normen, hoe bespreek je die en waar gebeurt dat in onze gemeente’. Geen discussie maar dialoog is gewenst.

De preses sluit de vergadering af met de woorden uit de brief aan Jacobus: ‘Wie is wijs en verstandig onder u? Laat hij uit zijn goede levenswandel zijn werken laten zien, in zachtmoedige wijsheid.’

Met elkaar zingen we nog gezang 437 uit het Liedboek en gaat ds. Dekker voor in dankgebed.

We mogen dankbaar terugzien op een goede avond, al blijven er nog veel vragen liggen voor een later moment.