We beleven een bijzondere week.
Aanstaande zondag is het de ‘zondag van de voleinding’. Dan denken we aan de voleinding van de geschiedenis, aan de eeuwigheid. Hierom noemen we deze zondag ook wel de eeuwigheidszondag. En we denken terug aan hen die ons zijn voorgegaan in de toekomst van de Heer. Zalig zijn ze als ze in verbondenheid met de opgestane Heer gestorven zijn.
De voltooiing van al Gods plannen verwachten we nog. En dat is Advent: verwachting van de definitieve komst van de Heer. Als Hij de komende week nog niet (weer) verschijnt, beleven we op de zondag erna de eerste zondag van Advent. De periode van de voorbereiding op het Kerstfeest begint dan. Maar het gaat dan ook altijd om de verwachting van de definitieve verschijning van de Heer. Maar zolang die nog op zich laat wachten, moet ons geloof gestimuleerd en gevoed worden. Hiervoor is onder meer het avondmaal bedoeld dat we op de eerste adventszondag met elkaar hopen te vieren.
Zo leven we van Advent naar de voleinding! De dichter André Troost heeft deze gedachten mooi verwoord in het volgende lied:
Zalig, zalig zijn de doden
zegt de Geest, – van nu af aan!
Trouw aan God en zijn geboden,
door het noodweer heengegaan
schuilen zij, de nacht ontvloden,
bij de Heer. Nu kwelt geen pijn,
geen vermoeidheid meer de doden
die in Hem gestorven zijn.
Al hun woorden, al hun werken,
wat gezegd is en gedaan,
zonder dat zij het bemerken
gaat het mee, hen achteraan;
als het licht is aangebroken
en de nacht zich overgeeft
blijkt geen woord te veel gesproken:
niemand heeft voor niets geleefd.
Zalig, zalig zijn de doden,
zegt de Geest, – van nu af aan!
Om voorgoed tot rust te komen
zijn zij van ons heengegaan;
Christus die hen binnen noodde,
breekt het brood en schenkt de wijn –
zalig, zalig zijn de doden
die in Hem gestorven zijn.