Afgelopen woensdag was het 4 mei. De dag van de nationale dodenherdenking.
We gedenken in dankbaarheid hen die vielen voor onze vrijheid. We gedenken hen die zich ingezet hebben voor de vrede en hierbij zijn omgebracht of omgekomen. We gedenken hen die slachtoffer werden van terreur, al of niet van staatswege.
Het is een goede zaak om dit te doen. We beseffen in deze maanden des te meer hoe niet vanzelfsprekend vrijheid en vrede zijn. Denk maar aan Oekraïne. Maar niet alleen aan dit land. Ook elders in de wereld is er zo weinig sprake van.
Nu hoeven we ‘vrede en vrijheid’ niet te beperken tot oorlogssituaties. Vrijheid heeft ook met innerlijke vrijheid te maken. Voor vrede geldt iets dergelijks.
Daarom gedenken we als christenen onze doden in het licht van het gedenken van de dood van Christus, die ons de vrede aanbracht en die ons vrijgemaakt heeft. Dat gunnen we ook hen die nu zuchten onder oorlog en onvrede, gebondenheid en onvrijheid.
We bidden voor hen en dragen hen op aan Hem die in al onze benauwdheden heeft gedeeld, Jezus Christus.