Vreugde, vreugde, louter vreugde
Is bij U van eeuwigheid,
Schepper, die ‘t heelal verheugde,
Bron van eeuw’ge vreugde zijt.
Gij, die woont in licht en luister,
Drijft de schaduwen uiteen.
Hij, die zoekend doolt in ‘t duister,
Vindt het licht bij U alleen.
Duizend lichten, duizend kleuren
zijn de weerglans van uw pracht;
daarmee wilt Gij mensen beuren
uit hun zorgen, uit hun nacht.
Op een zee van licht en zangen
voert Gij ons tot U omhoog.
Gij, Heer, zijt ons hoogst verlangen;
doof niet voor uw licht ons oog.
Wil ons van uw vreugde geven,
Hef ons op tot U omhoog,
Gever van ‘t onsterfelijk leven,
Die tot ons U nederboog.
Dan gaan wij hier zingend voorwaarts,
Onbevreesd in smart en pijn.
Laat ons Heer, door Uwe liefde
Eeuwig in Uw vreugde zijn.
– Hemelhoog Lied 624: 1 en 5 –