Waardering voor de kerk
In Nederland wordt de kerk best gewaardeerd. Niet in alle opzichten natuurlijk, maar toch. De kerk is nuttig voor de samenleving. Zij zorgt voor verbinding. Ze probeert wat te doen aan eenzaamheid. Ze komt op voor gerechtigheid. Ze steekt mensen die onder het bestaansminimum leven de helpende hand toe. Vanuit de kerk worden taallessen gegeven aan vluchtelingen. Zo zou je nog een tijdje kunnen doorgaan. En over het algemeen worden deze activiteiten buitengewoon gewaardeerd. Terecht. Kerk zijn in deze wereld. Dat is een roeping. Jazeker. Velen van ons kennen immers de tekst: ‘Zo lief heeft God de wereld dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft’. Als de Heer zich zo heeft ingezet voor de wereld, kunnen degenen die bij Hem horen, niet achterblijven. Als dit wordt opgepikt, doet ons dit goed. Nu schieten sommige christenen wel wat door. Want zij doen net alsof de bestaansreden van de Kerk deze is, dat ze er voor de wereld is. Zeker, ze heeft boodschap aan de wereld en voor de wereld. Maar gaat haar bestaansrecht hierin op? Dan wordt ze namelijk gereduceerd tot middel. En dat lijkt me niet in lijn met het bijbels getuigenis.
Kerk voor God
De Kerk is namelijk niet alleen een middel, ze is ook een doel in zich. Zij is er namelijk eerst en vooral voor God. De Kerk is de Bruid van Jezus Christus. Primair is de Kerk relevant voor Hem. Christus heeft zijn Kerk lief. Hij heeft zich voor háár ingezet (Efeze 5:22-33). De Heer wil niets liever dat ze zich inspant om straks bij de verschijning van de Bruidegom als een stralende Bruid tot Hem gebracht wordt.
De grote vraag is niet: wat heeft de samenleving aan de Kerk? Hoe waardeert zij de Kerk? Ook niet trouwens: wat heb ik aan de Kerk? Dit is ook een verzoeking waarvoor we gemakkelijk kunnen bezwijken. In de afgelopen jaren merk ik dat kerkgangers vooral waardering hebben voor preken waarin de nadruk ligt op de mens met zijn vragen, zorgen, vreugden, raadsels, angsten en verlangens. Helpt de preek mij of niet? Vind ik het een fijne dienst? Sluit die vooral aan bij mijn verlangens en verwachtingen? Het draait zodoende vooral om de mens. Misschien is het juist wel eens goed als een kerkdienst niet fijn is, als de verkondiging ontmaskerend is, als ons een confronterend woord bereikt. Dit zou wel eens heel heilzaam kunnen zijn.
Om wie gaat het?
Nu zou iemand kunnen tegenwerpen: beiden is toch waar. Het is niet of-of, maar en-en. Pas op dat je je er zodoende niet te gemakkelijk van afmaakt. Laat de vraag je maar eens even bezig houden: gaat het in de kerk en het geloof vooral om mij of om de Heer?