Ik ben de Deur

Ik ben de Deur

Jezus zei opnieuw tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de Deur voor de schapen.
Johannes 10:7

Wij staan op de drempel van een nieuw kerkelijk jaar. De Heere Jezus geeft ons nu alvast een doorkijkje. Hij zegt: Ik ben de Deur!

Een deur is nodig om ergens binnen te komen
In Genesis 3 staat dat wij de deur van het Vaderhuis achter ons dicht getrokken hebben. Wij zijn het huis uitgelopen. En sinds die tijd staan wij voor een dichte deur!
En weet u wat nu de Heere Jezus zegt? Hij zegt: Ik zal de deur voor u openen. Want de sleutel van kribbe en kruis past het slot van het Vaderhuis en verschaft ons toegang tot het Vaderhart.

Jezus zegt: Ik ben de enige Deur voor de schapen
Wij proberen altijd om buiten de Heere Jezus om zalig te worden. Wij proberen via de ladder van onze goede werken over de muur van het Vaderhuis te klimmen. Maar de Heere Jezus roept ons allemaal toe: ‘Indien iemand behouden wil worden, dan moet hij door Mij ingaan!’ Dat kan niet anders.

Jezus zegt: Ik ben de nauwe Deur voor de schapen
Ik weet niet of u wel eens in Israël een schaapkooi hebt gezien. Maar meestal is dat een omheinde ruimte met een kleine opening. Die opening is net breed genoeg voor de herder om daar in te gaan staan. En terwijl hij zijn benen wijd uitspreid, kunnen de schapen één voor één onder hem door in de schaapskooi komen.
De deur naar de zaligheid is zo smal, dat daar geen twee mensen tegelijkertijd doorheen kunnen. En bovendien is deze opening zo laag, dat wij alleen bukkend en buigend, op onze knieën naar binnen kunnen kruipen!

Jezus zegt: Ik ben de open Deur voor de schapen!
Ik neem u mee naar de velden van Efratha. De deur van de hemel gaat open. De Zoon van God komt naar deze aarde. Ik neem u mee naar de hof van Jozef van Arimathéa. De vrouwen zijn reeds voor dag en dauw op weg gegaan naar het graf. Onderweg worstelen zij met deze vraag: wie zal ons de steen van het graf afwentelen? En wat zien zij? Die kolossale steen is door God Zelf van het graf afgewenteld. God Zelf zorgt voor een wagenwijde en wereldwijde Opening.
Op Pasen blijkt hoe groot het gat is, dat Christus in de muur van onze zonde en schuld geslagen heeft. Hij heeft de dood verslonden, de kop van de slang vermorzeld, de steen van het graf afgewenteld en de poort naar het eeuwige leven ontsloten.

Jezus zegt: Ik ben de veilige Deur voor de schapen!
Ik denk aan het volk Israël in het land Gosen. De Israëlieten krijgen de opdracht om een lam te slachten. Het bloed van dat lam moeten zij strijken aan de deurposten van hun huis. Daarna moeten zij naar binnengaan. En als de laatste binnen is, gaat de deur dicht! Want in die nacht komt de engel van de dood voorbij! Hij komt overal binnen waar geen bloed op de deur is. Want de Israëlieten zijn alleen veilig achter het bloed aan de deur!
En als in ons leven de engel van de dood op onze levensdeur klopt, zijn wij alleen veilig achter Christus! Achter het bloed van het Lam van God. Want Hij is de veilige Deur voor de schapen!

Waar bevindt u zich: voor of achter de Deur? Waar zit jij: binnen of buiten?
De Heere Jezus zegt tegen ons: ‘Ik ben de Deur, als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden!’

H. J. van der Veen