1 Koningen 19:12
Kunnen we nog stil zijn? Durven we nog stil te zijn? Er is moed voor nodig om stil te zijn voor God en te luisteren. De profeet Elia had veel meegemaakt. Hij is teleurgesteld in mensen. Hij had geweldige dingen meegemaakt, maar nu voelde hij zich verlaten. Zelfs Elia kent deze gevoelens. Dan hoeven wij ons toch niet te schamen voor de onze. Elia gaat naar de berg Horeb. Hij gaat naar God toe. Daar komen eerst geweldige tekenen. Een storm die rotsen verbrijzelde. Een aardbeving. Een vuur. Dat lijkt allemaal geweldig, maar daarna kwam de stilte. “Het suizen van een zachte koelte”. Woorden die naar het paradijs wijzen. Daarin kwam God. En de profeet Elia die dicht bij God leefde, omwond zijn gezicht om de Heilige te luisteren. Wat kom je hier doen waagt God, wat is er Mijn knecht? En Elia stort zijn hart uit. God luistert en God antwoordt. Elia krijgt een nieuwe taak. Elia krijgt een belofte. Je zult nooit alleen zijn. Ik ken er altijd nog zevenduizend, zegt God die hun knieën niet hebben gebogen voor de Baâl. Zevenduizend, dat is zeven (het getal van de volheid) maal duizend (het getal van de menigte). De bedoeling is: het zijn er meer dan jij denkt. En zo is het. Ik hoop dat u het durft om stil te zijn voor God. Dat u daar en dat jij daar in de stilte Zijn woorden durft te lezen en durft te bidden. Er is maar één woord dat dan belangrijk is: wees eerlijk in wat u tegen God zegt. De stilt zingt U toe, zingt Psalm 62. Voel dan hoe de hoge God luistert. Ervaar dan de hemelse nabijheid. Jezus zocht vaak de stilte. Meerdere keren lezen wij dat Hij in de heuvels om het Meer van Galilea de stilte zocht. Dat hoeft niet iedereen te zien. Dat hoeft niet iedereen te weten. Voor wie wou u een show opvoeren? In die stilte hoort u bij een groep die groter is dan u denkt.
0 Heer, die onze Vader zijt,
vergeef ons onze schuld.
Wijs ons de weg der zaligheid,
en laat ons hart, door U geleid,
met liefde zijn vervuld.
Leg Heer, uw stille dauw van rust
op onze duisternis.
Neem van ons hart de vrees,
de lust, en maak ons innerlijk bewust
hoe schoon uw vrede is
(Gez. 463)
ds. A.H. Groen