A Word from the pastor

In en met Jezus trots en onschuldig zijn
‘HEER, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen.’ Psalm 131: 1

Hoogmoed komt voor de val. Een bekend spreekwoord. Niets menselijks is ons vreemd. Trots zijn op wat je hebt gepresteerd in je leven. Past dat eigenlijk wel bij een christelijke levenshouding?
Psalm 131, die ook wel bekend staat als een onschuldpsalm, leert ons onze Here God met eerbied tegemoet treden. Niet om wat we zelf hebben gepresteerd, maar omdat Hij ons in ons leven heeft toegerust met gaven en talenten. De vrucht van de Geest die je mag opmerken in dankbaarheid.
David bidt hier en spreekt uit dat er in zijn hart geen trots en geen hoogmoed meer is. Dat klinkt nogal eigenwijs. En toch zijn het woorden die we als kinderen van God op de lippen mogen nemen. ‘Ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht, als een kind op de arm van zijn moeder’, Psalm 131: 2.
Ja, zo willen we zijn voor de Heer in ons leven. Zonder trots en hoogmoed en hooggestemde persoonlijke idealen. Maar we mogen in Jezus Christus nog verder gaan en stil worden. We zijn kinderlijk onschuldig, als we gelovig Hem navolgen en in Hem blijven. Dan is er geen veroordeling meer. Want Zijn nederigheid, Zijn gehoorzaamheid, Zijn vrede, Zijn liefde is de onze geworden! Dank aan God! Dat wij zo mogen bidden en ervaren dat trots en hoogmoed uit ons leven verdwijnen.

Pastor Harm Jansen, harm1.jansen@ziggo.nl.