Tim Keller

Onlangs overleed Tim Keller. Hij was ook in Nederland zeer bekend. Vele inspirerende boeken heeft hij op zijn naam staan. Als predikant van een presbyteriaanse kerk in een klein stadje werd hij geroepen naar New York. Het zakencentrum Manhattan is een van de meest seculiere gebieden van de Verenigde Staten. Hier heeft hij pionierswerk verricht en werd hij kerkplanter. Naar wereldse maatstaven succesvol, naar christelijke zegenrijk.
Ook in Nederland en in de rest van de wereld heeft hij velen aangesproken. Hier was nu eens niet zo’n typisch Amerikaanse televisiedominee van een megakerk. Eigenlijk was hij een ietwat saaie man. Naar eigen zeggen was hij bijzonder gevormd door de (puriteinse) bevindelijkheid èn door het neocalvinisme, een stroming waarvan de Nederlanders Abraham Kuyper en Herman Bavinck de grote namen zijn. Op deze beweging wordt in Nederland veelal neergekeken, als ze al niet in de vergetelheid geraakt is. Elders in de wereld is dit bepaald niet het geval. Hier en daar kan zelfs worden gesproken van een heuse Kuyperrevival. Niet toevallig heeft mijn vorige week overleden Kamper collega Tjitze Kuipers zijn vermaarde Kuyperbibliotheek ondergebracht in Princeton (New-Jersey).Kuyper en Keller hebben mij beiden bijzonder bezig gehouden. Ook wel gevormd. In hervormde kring worden niet vaak goede woorden over Kuyper gebezigd, niet geheel onbegrijpelijk. Maar zijnbetekenis moet beslist niet worden onderschat. Hij was tenslotte stichter van een universiteit (VU), oprichter van een invloedrijke politieke partij (ARP, later opgegaan in het CDA), voorzitter van de Nederlandse journalistenvereniging (NVJ), initiatiefnemer van een nieuw dagblad (‘De Standaard’). Wat heeft hij bijgedragen aan vorming en toerusting! Dit is wat we ook, op een andere manier, in ander verband, in een andere context bij Keller zien. Ik vind het een voorrecht werk van Kuyper bestudeerd te hebben en Keller te hebben ontmoet.
Kuyper en Keller
De twee K’s hebben volgens mij een grote verwantschap. Ik noem een aantal punten:
– Kuyper en Keller zijn beiden bevindelijk in hun persoonlijke geloofsbeleving. Dat blijkt uit beider schriftelijke nalatenschap. Nog wel eens lees ik een bijzonder meditatie van Kuyper uit een van zijn vele bundels.
– Kuyper en Keller hadden beiden een hart voor de stad, de eerste voor Amsterdam, de tweede voor New York, beiden in hun tijd vooraanstaande  beurs- en cultuursteden.
– Kuyper en Keller zochten werkelijk contact met mensen die de kerk niet (meer) bereikte. In hervormd Amsterdam waren eind 19de eeuw zevenentwintig predikantsplaatsen. Elk van de dominees werd geassisteerd door slechts twee (!) ouderlingen. Dat er van ambtelijk huisbezoek meestal niets terecht kwam, mag duidelijk zijn. Maar Kuyper ging wel en organiseerde bezoekwerk. Het werd op een leest geschoeid, die ook in hervormd Sliedrecht gestalte gekregen heeft. Ook Keller zocht mensen op waar ze waren.
– Kuyper en Keller gingen beiden in gesprek met de cultuur. Zo beoogden ze, om het met Kuyper te zeggen, ‘het evangelie te brengen in rapport met de geest van de tijd’. Want: ‘Geen duimbreed is er op heel ‘t erf van ons menselijk leven, waarvan de Christus, die áller  Souverein is, niet roept: ‘Mijn!’’
– Kuyper en Keller waren er beiden op uit de cultuur te transformeren, christelijker te maken. Ze zagen hiervoor, ietwat (te) optimistisch, mogelijkheden, op basis van wat Kuyper noemde en Keller beaamde ‘de gemeene gratie’ oftewel de ‘algemene genade’: God heeft ook na de zondeval ons nog veel goeds gelaten.
– Kuyper en Keller stichtten beiden een kerk die als een moeder zou zijn om haar kinderen te (weder)baren, voeden, koesteren en coachen.
Zo hebben beiden grote betekenis (gehad). Ze schudden op, nog steeds. Ze roepen wakker, ook na hun heengaan. Ze inspireren, blijvend. Zeker, ook waren ze beperkte en zondige mensen. Maar hun nagedachtenis zij ons persoonlijk en als kerk ten zegen
Een hartelijke groet uit de pastorie aan de Batelier, ds. G.J. Mink