Bang in het donker? Wees niet bevreesd!

‘En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap…’
(Lukas 2: 10)

Bent u wel eens bang in het donker? Toen ik als klein kind soms ziek was, was ik best bang. Door de koorts zie je allemaal dingen die er helemaal niet zijn: enge monsters en nare beesten. Dan ben je báng in het donker. Maar als mijn ouders even kwamen kijken, ging het licht aan. Wat is dat fijn – want dan zie je dat al die monsters er helemaal niet zijn. Wat is het dan fijn als het licht in de nacht aangaat.
Dat gebeurde ook bij de herders in Bethlehem. Ineens, midden in de nacht, gaat het licht aan. Maar zíj vinden het helemaal niet fijn. Ik was bang als het dónker was, maar zij worden bang als het lícht wordt… Ik kan het wel begrijpen: ineens staat er een engel bij hen in een geweldige krans van licht. Ze báden in het licht. Ik kan het best begrijpen dat ze bang zijn. Zo vaak gebeurt het niet dat mensen een engel zien.
Maar de engel zegt: ‘Wees niet bevreesd… wees niet bang. Want ik kom met goed nieuws, een blijde boodschap’. Dat is wat er in de kerstnacht gebeurt. Kerst is een appèl, een appèl voor bange mensen die in het donker zitten: ‘Wees niet bevreesd, wees niet bang – want er is goed nieuws’.
Is dat wat u misschien ook nodig hebt? Die boodschap ‘Wees niet bevreesd?’ Zoveel mensen vandaag zijn bang. Bang voor de toekomst…bang voor zoveel dingen die je niet in de hand hebt… Als je ongeneeslijk ziek bent, als je in een scheiding zit, als je een kind verloren hebt of een broer of zus… wat kun je dan in het donker zitten! In het donker van verdriet, in het donker van wanhoop, in het donker van angst of eenzaamheid… Dat je het echt niet meer ziet zitten. Wat is het dán mooi als er iemand tegen je zegt: Vrees niet, wees niet bang. Wat kan het goeddoen, als je verdriet hebt en er komt iemand naast je zitten die tegen je zegt: Huil maar niet. Je hoeft niet bang te zijn. Wat geweldig als een mens dat tegen je zegt. Maar nog geweldiger: als Gód dat tegen je zegt. Want als de herders dit horen, dan is dit niets minder dan een boodschap van God. Die engel is een boodschapper. Wat hij vertelt, dat vertelt hij in naam van God. En is dát niet wat wij vooral nodig hebben? Dat God tegen je zegt: ‘Wees niet bevreesd, Ik heb goed nieuws voor je’. Dat is de boodschap van kerst. Het goede nieuws van kerst is niet: een paar dagen vrij, een beetje gezelligheid. Dat is niet de essentie van kerst. De essentie van kerst is: ‘Wees niet bevreesd, God komt met goed nieuws’. Wat is dat goede nieuws dan? Er is een Zaligmaker geboren. ‘Zaligmaker’ is iemand die je helpt in je nood, die je helpt úit de nood. Dat is wat God komt doen. Want die nood is werkelijkheid. De Bijbel zegt: wij mensen zitten in het donker. Al doe je nog zoveel lampen aan, al steek je nog zoveel kaarsen aan, wij zitten in het donker. Wat is dat dan? Waarom is het vaak zo donker in mensenlevens? De Bijbel zegt: dat komt omdat wij God niet meer kennen. Dat is de diepste oorzaak van alle donkerheid: in de wereld, in ons leven. En wat betekent nu kerst? Dat God ons opzoekt in het donker. Dat Hij met goed nieuws komt. Nee, niet groots en imponerend. Maar met een kind. Door dit kind, dat niet alleen Jezus heet, maar ook: Immanuël. God met ons. In Jezus is God tot ons gekomen. Zonder Jezus weten wij niets van God. Maar Jezus is: ‘God met ons’. Je zou kunnen zeggen: Hij is de hand die God naar deze wereld toesteekt. Met die hand wil God mensen vastgrijpen. Met die hand wil God mensen redden. ‘U is heden geboren de Zaligmaker…’ een Zaligmaker, iemand die je gelukkig kan maken. Echt gelukkig. Want als je Hem leert kennen, dan gaat er iets van dit licht schijnen in je leven. Dan gaat de duisternis wijken. Dan komt er blijdschap in je leven. Omdat je mag weten: dat God naar je omziet, dat God je kent, dat God, ondanks mijn zonden en tekortkomingen met mij te maken wil hebben, ja, dat Hij mijn God wil zijn.
Kerst is een appèl: wat doen wij met Jezus? Dat is een vraag waar u zelf een antwoord op moet geven. Dat kan ik niet voor u doen. Maar die vraag doet er wel toe. Iedereen krijgt vroeg of laat met Jezus te maken. Of dat nu binnen tien jaar is of binnen tachtig jaar. Elk mens ontmoet Hem, vroeg of laat. En daarom is het van levensbelang dat je Hem nu leert kennen, in dit leven. Daar hoef je niet voor naar Bethlehem. Daar vind je Hem niet meer. En toch, ook vandaag kan dat. Want Jezus is niet dood. Jezus leeft. En wie Hem zoekt, zal Hem vinden. Net als de herders. Zij kwamen met haast en zochten het Kindje. Doe net als zij. Zoek Hem en kom met haast. Want er is haast bij…

ds. M. Klaassen