De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid
(Ps. 111: 10)
De vreze des Heeren kenmerkt een blijvende eigenschap in het leven van de christen. Wat is de aard van deze vrees? Geen vrees waaraan wij zo vaak denken; want een dergelijke vrees heeft zijn oorsprong in een wankel geloof in God en in diens leiding. Wij hebben alle reden om Christus te vertrouwen. ‘Want allen die door de Geest Gods geleid worden, zijn kinderen Gods. Want gij hebt niet ontvangen een geest der dienstbaarheid om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen; Abba Vader!’
De ‘vreze’ des Heeren kan ook uitgedrukt worden door het woord ontzag. Wij hebben een eerbiedige verhouding met de heilige God, een levendig besef voor alles wat God is. Het ontzag voor de Heere is, evenals de liefde voor God, iets edels. Vol eerbied en diepe toewijding koesteren wij een verheven begrip van God, van Zijn liefde en heiligheid.
Wij zouden meer gebruik moeten maken van de stille, eerbiedige omgang met de Heere. Als we beheerst worden door de Heilige Geest, kunnen we een eerbiedig evenwicht en innerlijke waardigheid bezitten. Geheiligde eerbied laat geen lichtzinnigheid toe.
De vreze des Heeren vormt een duidelijke tegenstelling met de feesten en drinkgelagen van de meeste heidense godsdiensten. Het verlangen naar opwinding in hun godsdienstige aanbidding vormt een duidelijke tegenstelling met het eerbiedig ontzag van het christelijk geloof. Bepaalde valse godsdiensten trachten uit de somberheid van het leven te ontkomen door woeste godsdienstige dansen en vlagen van spiritistische bedwelming.
Het christelijk leven openbaart zich niet in een lichtzinnige houding ten opzichte van God. Werkelijk ontzag openbaart grote eerbied jegens God; eerbied voor Zijn heerlijke persoonlijkheid en heerlijk karakter moet ons vervullen met geheiligde begeerte. We moeten bang zijn om een dergelijke liefde te grieven. Zij die aan de glazen zee voor onze God zullen staan, zullen zingen:
‘Wie zou U niet vrezen, Heere en uw Naam niet verheerlijken? Want Gij zijt alleen heilig. Want alle volken zullen komen en voor U neervallen in aanbidding.’(Openb. 15: 4)
Hoe gebrekkig en onvolkomen is een godsdienst waarin eerbied weinig of geen plaats heeft, een godsdienst die eerbied en nederigheid ten opzichte van Gods heiligheid mist. Zonder dit alles verkrijgen we geen diepte van geestelijk leven. De reine en echte heiligen staan vol ontzag voor God en naderen Hem nederig en vol rustig vertrouwen.
Uit: ‘Geen dag zonder God’ van E. Heppenstall
W. de Munck