Aanstaande zondag beleven we als gemeente een bijzondere dag. Uit alle wijken doen broeders en zusters belijdenis van hun geloof. Een kleine veertig! Het is bepaald niet vanzelfsprekend in deze tijd. Dat is het overigens in geen enkele tijd geweest.
Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven. Het woord dat in onze bijbels met ‘belijden’ is weergegeven, betekent letterlijk: ‘hetzelfde zeggen’. Belijdenis doen is dus eigenlijk napraten. Wat je gezegd is, be-amen. En waarom gaat het dan?
Je kunt beter zeggen: om wie gaat het dan? Om onze Here Jezus Christus!
De apostel Paulus heeft aan ons doorgegeven wat hij zelf voorgezegd gekregen heeft. Hij heeft het nagezegd en spoort in zijn eerste brief aan de Korintiërs (15: 3-5) aan dit ook te doen. Omdat zijn woorden door de Geest geïnspireerd zijn, moedigt hij dus ook mensen van 2022 aan dit te doen. En zo zullen we uit vele monden het zondag weer horen. Het jawoord dat klinkt is instemmen met de mond:
Christus is voor onze zonden gestorven,
zoals in de Schriften staat:
en Hij is begraven
en Hij is opgewektop de derde dag, zoals in Schriften staat,
en Hij is verschenen.
Waarom is het zo belangrijk dit met de mond te belijden? Als je dit niet doet, sta je buitenspel. Als je je eigen invulling geeft, mis je de prijs!
Maar nu snap je wel dat het niet maar iets van de buitenkant moet zijn. Het gaat ook om het hart. Je zegt niet alleen maar formeel woorden na. Het is ook een zaak van de binnenkant. Om de hartelijke verbondenheid met Christus, de gestorvene en
opgewekte.
Alleen dan is Vrijdag voor jou de Goede Vrijdag! Alleen dan is Pasen een feest!
In zijn schrijven aan de gemeente van Rome heeft Paulus dit als volgt geformuleerd (10: 9-10):
Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt zult u worden gered.
Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered.
Het zijn woorden die niets aan duidelijkheid te wensen overlaten. Daarom zijn we als gemeente ook zo blij met het jawoord dat uit vele monden klinkt en dat uit vele harten opklimt.
Als we dit jawoord horen, worden we ook bij onszelf bepaald. Misschien is het al een poos geleden dat je ‘ja’ gezegd hebt.
Misschien is het ook wat ingezakt. Dan krijgen we een bijzondere stimulans. Om het weer op te pakken. Om onze belijdenis te vernieuwen. Misschien ben je er nog niet toe gekomen. Er kunnen aarzelingen zijn. Je levensgeschiedenis, je opvoeding kunnen je parten spelen. Maar uiteindelijk zijn die geen excuus. Dat weet je zelf ook wel. Hierom is er ook een roep vanaf de knielbank aanstaande zondag: Kom, ga met ons en doe als wij!
We verheugen ons als gemeente bijzonder. Maar hier bovenuit gaat nog de vreugde in de hemel. Jezus zei het als volgt: Zo zal er in de hemel vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert (Lukas 15:7).
Ds G.J.Mink