“En zij bleven volharden bij het onderwijs van de apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.”
(Handelingen 2: 42)
Op de Pinksterpreek van Petrus wordt door velen in Jeruzalem gereageerd. Drieduizend mensen bekeren zich en laten zich dopen. Zij beseffen dat niet hun Jood-zijn, niet hun nakomelingschap van Abraham, niet hun besnijdenis hen rec htvaardig maakt voor God. De Geest maakt dat zij zich omkeren en laat hen weten dat alleen een overgave aan Jezus Christus, de Zoon van God, hen kan redden. Zo ontstaat een nieuwe gemeente in het midden van het oude volk Israël, die met de jaren en de eeuwen uitgroeit tot een wereldwijde Christengemeenschap.
De heilige Geest werkt direct door in de nieuwe leerlingen en zet aan tot gemeenschap, samen bidden en maaltijd houden. Wat daar toen is begonnen werkt nu nog door in het leven van de gemeenten.
“Zij bleven volharden” is een eerste aanwijzing. Wie een beetje thuis is in het kerkelijk leven weet dat volhouden broodnodig is. Telkens weer worden struikelblokken geworpen op de weg van de gelovige. Jezus geeft in zijn verhalen zelf aan met welke verleidingen de gemeente te maken kan krijgen: armoede, rijkdom, teleurstellingen, negatieve ervaringen met mensen, de hectiek van ons leven, kortom allemaal zaken die ons kunnen afleiden van wat werkelijk nodig is: volhouden tot het einde, bezig zijn in de dingen van de Vader.
In de tekst worden vier dingen gezegd die belangrijk zijn in het leven van de jonge gemeente:
– ingevolge de opdracht van de Meester geven de apostelen na de doop onderwijs aan de gemeente; en de gemeente laat zich onderwijzen; men bleef niet steken in: we zijn gedoopt, we hebben belijdenis gedaan, dus nu zijn we er, nee, het is nodig telkens weer onderwezen te worden;
– zij blijven volharden in de gemeenschap: niet alleen, maar samen vormen we de gemeente van Christus; we hebben oog voor elkaar; we zorgen voor elkaar;
– samen houden zij de maaltijd; het is uitermate belangrijk samen te zijn en te spreken over wat ons samenbindt;
– zij blijven volharden in het gebed; samen zoeken zij het aangezicht van de Heer en leggen bij Hem hun dankzeggingen en noden neer.
Samen volhouden, dat was belangrijk in de eerste Christengemeente; vandaag heeft dat aan kracht niets ingeboet.
Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
Samen te strijden in woord en in werk.
Een zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Ad de Waard