Zuchten

Romeinen 8: 18-30

Er wordt wat gezucht in deze wereld. Mensen zuchten omdat ze de pijn nauwelijks meer kunnen verdragen. De tegenslagen die je ondervindt, kunnen zo hevig zijn dat je naar adem loopt te happen. De problematiek van de vluchtelingen is enorm. De woorden Noord-Korea, Jemen, Zimbabwe zeggen genoeg. Je vraagt je af: komt er ooit een eind aan de ellende?

We worden heen en weer geslingerd tussen vrees en hoop: hoe bewaren we de vrede in de diepste zin van het woord en hoe krijgt de gerechtigheid gestalte? De hele wereld zucht!

Christenen zuchten ook nog op een andere manier en om een andere reden. Ze stellen zich de vraag: hoe zit het nu eigenlijk met God? Waarom doet Hij er niets aan?

Kan Hij de situatie niet veranderen? Bestaat God?

Als het antwoord op die vraag “ja” luidt, is Hij dan misschien machteloos? Maar als dat zo is: heeft bidden tot Hem dan wel zin? Van deze vragen word je zo moe. Daarvan ga je zuchten. Je hebt zo’n strijd te voeren met jezelf en de overwinning lijkt een onbereikbaar ideaal.

We voelen ons vaak zo machteloos. We zijn zwak omdat we maar beperkte mensen zijn. We leven in een wereld waar zonde, schuld en lot over elkaar heenbuitelen. Hoe komen we er uit?

Jazeker, we hebben prachtige woorden over God gehoord. We verwonderen ons over zijn schepping, als we kijken naar de vogels in de lucht, getuige zijn van een schitterende zonsondergang, vakantie vieren in een majestueus berglandschap. Ja, dat gaat nog wel. Maar is God, zoals ons is gezegd, niet alleen de Schepper, maar ook degene die ons bestaan onderhoudt, die de touwtjes van de geschiedenis in handen heeft?

Ons is als evangelie verkondigd dat Christus gestorven is voor onze zonden. De apostelen hebben ons gewezen op de voleinding van de geschiedenis, de complete verlossing. Maar wij? Wij voelen ons machteloos. Het is zo moeilijk om het vol te houden. Als iemand ons dan het advies geeft, dat we moeten bidden, kunnen we vertwijfeld naar deze raadsman staren: wat moeten we bidden? Hoe kan ik bidden? Ik kan het zo moeilijk… Ik kan het niet…

Paulus wil ons bemoedigen: “De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloos zuchten”. Niet alleen de wereld zucht, niet alleen christenen zuchten, ook de Heilige Geest zucht! Hij kent ons door en door. Als wij niet meer kunnen bidden, brengt Hij wat er bij ons leeft voor de troon van de Vader. Wij hoeven ons niet schuldig te voelen, als we het even niet meer weten. Want God zelf komt ons in onze zwakheid, in ons zuchten tegemoet.

Paul Gerhardt heeft van deze troost gezongen (Gez. 902: 3, 4):

Zijn Geest wil in mij wonen,
Hij richt mijn wens en wil,
en wat er ook mag komen,
Hij spreekt en maakt mij stil.
Al wat de Heer vanbinnen
geplant heeft, rijpt tot vrucht.
Hij is de Geest, die in mij
en met mij ‘Vader!’ zucht.

En als het nacht gaat worden,
een nacht vol schrik en pijn,
dan zucht de Geest in woorden
die onuitzegbaar zijn.
En wat mijn hart wil spreken,
maar wat geen stem meer krijgt,
is taal voor Hem en teken,
als Hij zich overneigt.

ds. G.J. Mink