Afgelopen zondag ging in de avonddienst ds. C.M. Baggerman uit Krimpen a/d IJssel voor. Tijdens zijn verkondiging stond hij stil bij Matteüs 19: 16-26, waar de rijke jonge man bij Jezus komt met de vraag wat hij kan doen om bij Jezus te horen. Het antwoord van Jezus is ook voor ons een flinke confrontatie. ‘Verkoop alles wat je bezit en geef het geld aan de armen!’
Ook wij vinden dat we onszelf vaak best wel aan de 10 geboden houden, net als die jonge man, maar ook voor ons geldt dat het weggeven van alles wat we hebben nu niet iets is waar we om staan te springen. We houden van onze zekerheden en bezittingen. Hoe kunnen we dan toch gered worden?
Zo’n 40 jaar geleden liep ik stage in een gebouw dat ooit een klooster was geweest. Daar heb ik mensen ontmoet die daadwerkelijk hun bezit hebben opgegeven en Jezus zijn gaan volgen. Het waren mannen die in het klooster waren getreden en van daaruit als zendeling waren uitgezonden naar landen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Een onzekere toekomst zonder aardse bezittingen. Als ze voor een poosje terug waren in Nederland, verbleven ze in dat voormalige klooster en als ze na 30 of 40 jaar voorgoed terug kwamen, sleten ze de rest van hun leven in een klooster. Deze mensen zaten echter zo vol van leven en waren zo bevlogen, dat je eigenlijk met een zekere jaloezie naar hun verhalen luisterde. Hoe zwaar hun leven ook was, door hen heen zag ik ‘iets’ van het koninkrijk van God.
Toch is het ook in mijn hoofd nooit opgekomen om al mijn aardse bezittingen op te offeren en te worden zoals zij. Gelukkig heeft het verhaal van Jezus en de rijke jongeman nog een diepere laag. Jezus zegt dat we HEM moeten volgen. Dat betekent dat we van ons geld en onze bezittingen geen afgod moeten maken, maar dat we ons oog op God moeten richten. Wanneer we dat doen, is alles mogelijk zegt Jezus. Dan valt de zee droog om zijn volk door te laten, komt er water uit de rotsen en brood uit de hemel en kan ook een kameel door het ‘oog van de naald’!