Met Christus ben ik gekruisigd,

Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is) niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. (Gal.2:20)

Het symbool van het christelijk geloof is geen kussen maar een kruis!
Deze uitspraak kwam ik tegen en die bleef hangen.
Wie heeft er geen kussens in huis, op bed natuurlijk en op de bank?
Een kussen verbinden we met luieren, uitrusten, slapen, lekker niets doen.
Een kussen associëren we met iets prettigs. Maar een kruis niet!
Het is een verschrikkelijk martelwerktuig. De Here Jezus is er aan gestorven na
een onvoorstelbaar zwaar lijden. Wat wij verdiend hadden, wilde Hij in onze plaats
ondergaan. Om verzoening met God te bewerken. Voor ons, u, jou en mij! Jezus
stierf aan het kruis en op de derde dag stond Hij op uit de doden.
Dat is de kernboodschap van het evangelie.
Een boodschap, die ons aanspoort om naar dat evangelie te leven en dat betekent,
dat Christus niet alleen voor mij aan het kruis wilde sterven, maar ook dat ik met
Christus gekruisigd ben.
Dat zegt Paulus in de tekst, die boven deze overdenking staat.
Niet langer moet en mag ons ego, onze oude ik, de boventoon voeren, maar de
levende Christus. Onze oude mens, ons ik-gerichte bestaan is met Christus gekruisigd,
gestorven en begraven en heeft daarom geen bestaansrecht meer.
In deze tijd is voor velen in de kerk het kussen in plaats van het kruis gekomen.
Het ik-gerichte denken. Meer “kussengericht” dan “kruisgericht”. Terwijl de Heiland
zelf gezegd heeft, dat allen, die Hem willen volgen en zijn discipel willen zijn, zichzelf
hebben te verloochenen en hun kruis hebben op te nemen en Hem zo moeten
navolgen. Discipel van Jezus zijn is in het spoor van het kruis gaan.
Ten koste van ons eigen ik. Je maakt je niet populair om dat te zeggen in een tijd,
waarin het vooral gaat om genieten. Velen willen zich nergens meer aan binden.
Zeggen wel te geloven, maar willen niet met een kerkelijke gemeente meeleven.
Willen wel belijdenis doen, maar voelen zich niet zozeer geroepen om de gemeente
te dienen met hun gaven. Willen wel de zegen van God in een trouwdienst, maar
laten na die zegen te delen in de gemeenschap, waarin die zegen werd ontvangen.
Ja zeggen bij de doop van je kind, maar nee doen door zelf niet het goede voorbeeld
te geven. Door zondagsmorgens liever in bed te blijven liggen op het kussen, dan
samen te komen om de lofzang gaande te houden en de boodschap van de gekruisigde
en opgestane Heer te horen.
Het symbool van Gods Kerk wereldwijd is het kruis! En dat kruisevangelie gaat
dwars tegen de geest van de tijd in en ons eigen hart. Maar het is wel de weg ten leven!
De enige! Daarom vraagt het evangelie dan ook niets minder dan een ommekeer,
een bekering, om vernieuwing van denken, overgaven van het eigen ik!
Het spoort ons aan tot het maken van dagelijkse keuzes voor Christus.
Vraagt om toewijding en trouw. Want de boodschap van het kruis is niet vrijblijvend,
maar wel vrijmakend. Het kostte Christus alles, maar Hij geeft dan ook alles: Het LEVEN!
Waar gaat u voor en jij? Voor het kussen of het kruis?

Ds.J.F.Tanghé