Beloofde land

Beloofde land
Israël bestaat aanstaande zondag 75 jaar. Op 14 mei 1948 riep David ben Gurion de moderne staat Israël uit. Een bijzonder moment. Een eigen thuis voor het joodse volk. Waar het misschien een oplossing was voor het ene probleem (het antisemitisme en wat er aan verschrikkelijks uit is voortgevloeid), kwamen andere problemen er voor in de plaats: veiligheid, zoeken van verbinding tussen de diverse joodse groeperingen, ook nog oorspronkelijk afkomstig uit verschillende landen. In de indrukwekkende serie van Coen Verbraak die zes weken lang op zondagavond via NPO2 wordt uitgezonden, komt dit allemaal aan de orde.

Onopgeefbaar verbonden
Als Protestantse Kerk zijn we onopgeefbaar verbonden met Israël. Maar we moeten hier wel met onderscheid spreken.
Want wat verstaan we onder ‘Israël’? ‘Israël’ is primair een volk dat afstamt van Jacob, die door de Heer zelf Israël genoemd werd. De aartsvaderlijke familie heeft geen land in bezit gehad; Abraham was alleen eigenaar van het graf van zijn vrouw Sara in Hebron. Het land kwam pas in zicht en in bezit na de uittocht uit Egypte. Dit land heet vervolgens Israël, omdat de 12 stammen waaruit het volk bestond, allen afstammen van Jacob die door de Heer Israël genoemd werd. ‘Israël’ is dus volk, vervolgens land, en pas in de derde plaats ‘staat’.
Onze kerk belijdt onopgeefbaar verbonden te zijn met het Joodse volk, of het nu in het ‘land’ woont, burger is van de ‘staat’ of niet. Wij delen in de heilsverwachting. Een groot deel van de Bijbel hebben we gemeenschappelijk.
En als heiden-christenen mogen we de beloften aan Israël als eerste gedaan ook tot de onze rekenen. Wat een zegen!

Voorbede
Wij bidden voor het volk van Israël. Vele Joden belijden Jesu’a (Jezus) niet als de Messias, de Christus. Ons gebed is dat ze Hem mogen leren kennen en aanvaarden, mogen worden ‘Jezus als Messias belijdende Joden’.
Ons gebed is er ook voor het land, weliswaar een land van melk en honing, maar ook een land dat sterk overbevolkt is: in de loop van de 75 jaar is de bevolking enorm gegroeid. Waren er in 1948 ruim 800.000 Israëli’s, nu nadert het cijfer de 10 miljoen! In de loop van de jaren zijn 3,3 miljoen Joden geïmmigreerd.
De bevolking is zeer gesegmenteerd:
oorspronkelijk uit vele landen afkomstig, verdeeld in niet-religieus en religieus, de laatste categorie in talloze groeperingen uiteenvallend. Voeg hierbij de spanning met de Arabisch-Israëlische bevolking én de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en het zal duidelijk zijn dat het land eigenlijk dit bevolkingsaantal niet kan herbergen dan met zeer grote
spanningen. We bidden voor dit land waarin zovelen in bittere armoede en honger leven.
Ten slotte is ons gebed voor de staat.
Het is heel lastig voor de regering om een goed beleid te voeren. Dit komt door de enorme fragmentering en polarisatie, waar ook hier sommige gezagsdragers zeer aan het pluche gehecht zijn, denk maar aan de huidige premier Netanjahu. De stichting van de staat Israël 75 jaar geleden is mijns inziens ten diepste een gave Gods, maar behelst tegelijk een
bijzondere opgave om in zijn spoor te gaan met bekommernis om de arme en de rechteloze, de vriend en de broeders, de jood en de vreemdeling binnen de poorten.
Laten we de woorden van Paulus, een jood, die lang in het land heeft gewoond, ter harte nemen, als hij schrijft aan Timoteüs (en hierbij heb ik een keer ‘we’ door ‘ze’ vervangen): ‘Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat ze rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid’.