Ontferming

Afgelopen zondagavond mochten we het Heilig Avondmaal vieren. Helaas nog steeds met een kleine groep, maar met elkaar mochten we wel weer stil staan bij datgene wat onze Heer voor ons heeft gedaan, Zijn leven gegeven aan het kruis, zodat wij mogen leven. En of je nu in de kerk was, of thuis de dienst meebeleefde, dat stemt tot grote dankbaarheid!
Ds. Mink ging ons voor en hij stond stil bij Matteüs 20: 29-34. In dit gedeelte gaat Jezus op weg naar Jeruzalem, waar hij weet dat de dood hem wacht.
Hij heeft overnacht bij een tollenaar in Jericho en als Hij op weg gaat, wordt Hij bij de stadspoort aangeroepen door twee blinde mensen. Jezus kreeg ‘medelijden’ met hen en genas hen. Een mooi stuk, en hoewel Jezus waarschijnlijk wel wat anders aan Zijn hoofd had -en die dag 30 km moest lopen naar Jeruzalem, dat ook nog eens 1200 meter hoger ligt-, maakte Hij toch tijd voor deze mensen. In een andere vertaling staat dat Hij met ontferming bewogen was. Uit het woord ontferming spreekt eigenlijk meer dan uit het woord medelijden. Medelijden kun je voelen zonder iets te doen aan de situatie. Ontferming is meer dan medelijden alleen. Je voelt dan liefde, en ook de wens om te beschermen en te helpen. Ook wij mensen kunnen soms met ontferming bewogen zijn.
Als kind was ik dol op dieren. Ik deed er alles voor om met ze samen te zijn.
Toen ik een jaar of 8 was, hoorde ik een heftig verhaal. Een iets oudere jongen uit de buurt, die bekend stond om z’n agressie en ook als dierenmishandelaar, zou voor de derde keer een jong eendje van z’n moeder hebben afgepakt om het te doden. Hij zou het eendje in z’n hut hebben en niemand durfde er iets aan te doen. Nu was ik als kind echt een bangerd en ging ik dit soort kinderen zoveel mogelijk uit de weg. Dit verhaal maakte me echter zo boos dat ik, weliswaar met angstig kloppend hart, de hut van die jongen ben ingestormd, het eendje van hem heb afgepakt en hem in het gezicht gegooid heb dat hij het niet moest wagen om het te doden. Daarna heb ik het eendje terug gebracht bij zijn moeder. Van die jongen heb ik nooit meer last gehad, maar ik keek nog weken angstig rond als ik buiten was. Toch was het redden van dit eendje in die tijd één van de belangrijkste dingen in mijn leven. Toen ging het over dieren, maar van Jezus mogen we leren dat we juist op die manier naar mensen mogen/moeten kijken. Zo mogen we als mensen ook met ontferming bewogen worden als we er kunnen zijn voor andere mensen.
We mogen verder gaan dan medelijden. We mogen daadwerkelijk iets doen voor onze medemensen. Binnen onze kerk gebeurt er veel voor eenzamen, zieken en ouderen. Toch laten we het soms ook afweten. Dan hebben we wel medelijden, maar echte ontferming ontbreekt.
Te druk, te lastig, dat kan ik niet, en nog veel meer redenen om langs de kant te blijven staan. Laten we dan aan Jezus denken en aan wat Hij in het gelezen stuk doet. Ondanks alles omkijken naar tollenaars en deze twee blinden, hen werkelijk zien! Laten wij ons dan ook, met de tot onze beschikking staande gaven, tot ontferming laten bewegen!

Goede dagen gewenst en een vriendelijke groet,
Mieke van ’t Veer