Avondmaalszondag

Avondmaalszondag
Niet alle dichters zijn predikanten. Niet alle predikanten zijn dichters. Maar soms is er een gelukkige combinatie van die twee. De Nederlandse literatuurgeschiedenis kent er diverse. Ook in onze liedbundels kunnen we werken van hen vinden.
Sommige van die liederen zingen we graag. We kunnen hierbij denken aan prachtige psalmberijmingen van ds. Willem Barnard, een schitterend avondmaalslied van ds. Evert Smelik en diverse gezangen van ds. André Troost.
Nu we aan de vooravond staan van de avondmaalsviering overwegen we een lied van ds. Jaap Zijlstra. Ik heb hem vaak horen preken. Jarenlang was hij voorganger in de wekelijkse Diensten met Belangstellenden in de Amsterdamse Spuikerk, waar in de avonddienst op zondag altijd wel 1200 mensen aanwezig waren, van wie het merendeel onder de dertig jaar. Heel bijzonder. Later was hij zelfs als predikant voor dit werk vrijgesteld en werden de diensten gehouden in de Engels Hervormde Kerk aan het Begijnhof in onze hoofdstad.
En dan nu het mooie lied (NLB 389; WK 331):

Het brood dat ons voor ogen staat
en zich geduldig breken laat,
is uw gedaante, lieve Heer,
Gij daalt als manna in ons neer.

De beker die de ronde doet,
het is de omloop van uw bloed,
het spreekt van een geheimenis,
uw hartslag die ons leven is.

Uw bloed, het raakt de lippen aan,
de deurposten van ons bestaan,
de dood gaat aan ons hart voorbij,
o lam van God, U loven wij.

Gij die een broodhuis voor ons zijt,
een wijngaard die het hart verblijdt,
Heer Jezus, die ons drenkt en voedt,
Gijzelf zijt onze overvloed.

Allen een gezegende viering gewenst.