Een verrassende ontmoeting

Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal.
Johannes 21:12a

Het komt in ons leven wel voor dat we eigenlijk maar een beetje doelloos rondhangen. Door bepaalde gebeurtenissen wil het allemaal niet zo lukken. Je hebt nergens zin in.
In zo’n soort situatie verkeren ook de discipelen van de Heere Jezus. Ze verkeren in een geestelijke windstilte.
Na de opstanding van de Heere Jezus zijn de discipelen naar Galilea gegaan. Ze zijn weer ‘terug bij af’. Wat is er nu eigenlijk veranderd sinds ze door Jezus geroepen waren om Hem te volgen? Werkeloos moeten ze wachten tot Hij weer komen zal.
Het wordt Petrus ineens allemaal te veel. Hij staat op en kort en krachtig – typisch Petrus – zegt hij tegen de anderen: Ik ga vissen. Het is als een verlossend woord, dat ook de anderen actief maakt. Ze gaan met hem mee om hun oude handwerk weer op te vatten. En voor ze het weten zijn ze weer in hun element. Vissers waren ze, vissers zullen ze altijd blijven…
Alleen, de vangst wilde niet zo lukken. En in die nacht vingen zij niets.
Dan komt van de oever de vraag: Kinderkens, hebt gij ook enige toespijs?
Deze vraag komt van de Heere Jezus. Maar zij weten het niet. Het is net als bij de Emmaüsgangers: Hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden.
Misschien herkent u daarin uzelf wel. Je hart is zo leeg, dat je geen echte vreugde meer kent. Je doet je dagelijkse dingen uit verveling. Of, je bent er zo druk mee dat je er helemaal in op gaat.
Geen zin en geen tijd voor het leven met God. Geen zicht op Jezus en Zijn werk. Is dat de nood niet van ons leven?
En als dan de vraag van die Onbekende komt of er iets te eten is, moeten ze eerlijk bekennen: we hebben niets gevangen.
Zonder de Heere Jezus is ons leven zonder vangst, zonder resultaat.
Ook hebben we niet de juiste kijk op ons leven. We houden vast aan eigen – dikwijls verkeerde – levensgewoonten: we blijven in het leven van de zonde. Heeft Jezus u, jou al eens gezegd: Werp het net aan de andere zijde uit? Stuurboordkant! Doe het voortaan anders. Bekeer u.
Dan gebeuren er wonderen. Een grote vangst: 153 vissen!
Zo komt door Gods Geest de ontdekking en de verwonderde uitroep in je leven: Het is de Heere!
Van Hem komt de uitnodiging: Komt herwaarts, houdt het middagmaal.
Komen tot Hem. Hijzelf geeft de richting aan. Niet zomaar komen. Niet ergens heen. Niet wegdwalen zonder bestemming. Nee, komt herwaarts, kom naar Mij toe.
Betekent dat ook niet zoveel als: Kom naar Mijn huis, lees in Mijn Woord, daar zullen jullie Mij ontmoeten. Zijn daardoor de nevels bij u ook niet opgetrokken?
Als de discipelen aan land komen ontdekken ze nog meer.
Er is al een kolenvuur. Er is al vis. Er is al brood. Jezus nodigde tot de maaltijd. En wij dachten vast: daar heeft Hij die vis voor nodig. Maar zie: alles is gereed. Zonder dat de discipelen er iets aan bijgedragen hebben.
Ze hebben dat vuur niet aangestoken. Ze hebben dat brood niet gebakken. Ze hebben die vis niet gevangen.
Wel gezwoegd, maar niets gevangen. Toen ze wel wat vingen, was dat alleen op bevel van de Heere.
Dat moet ook ons ootmoedig maken. De maaltijd, waartoe de gastheer nodigt, staat gereed. Hij heeft er Zelf voor gezorgd. Alles is Zijn werk. Er is niets van mij bij. Heel ons leven getobd en gezwoegd. Tevergeefs. Wij kunnen niets tot onze zaligheid inbrengen. Het is van a tot z Zijn werk.
De Heere ontvangt u en jou met gaven die we niet verdiend hebben, maar die Hij schenkt.
Hebben we hier niet van doen met de opgestane, de levende Heere?
Ging Hij niet, beladen met de schuld van zondaren, de dood in? Bracht Hij niet het nieuwe leven aan het licht? Het leven wat Hij schenkt uit genade aan hen die het bij zichzelf maar niet kunnen vinden.
Zo rust Hij ze toe tot de taak die hen wacht in deze wereld. Zo versterkt Hij hen door het geloof in Hem. Zo wordt Zijn naam verheerlijkt!

ds. J. de Jong