God bemoedigt Abram

Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.Genesis 15:1

Abram heeft het niet gemakkelijk. Vooral in geestelijk opzicht niet. Hij zit met Gods beloften omhoog. Lang geleden, toen de Heere hem riep uit Ur, had hij duidelijk beloofd dat hij hem tot een groot volk zou maken.
Intussen is er al heel wat tijd overheen gegaan en nog steeds zijn Abram en zijn vrouw Sara kinderloos.
Hoe moet dat nu. Een heel herkenbare vraag in tal van situaties van het leven.
Herkenbaar in het persoonlijk leven. Herkenbaar als het gaat om het werk in Gods koninkrijk. Herkenbaar in de plaatselijke situatie van onze gemeente.
Hoe moet dat nu met het oog op de voortgang van het werk in de gemeente.
Let eens op de Heere. Hij laat Abram niet zitten in zijn zuchten en somberen.
De Heere zoekt Abram op. Hij komt naar hem toe om hem te bemoedigen door Zijn Woord.
In een gezicht, dat is een soort visioen, komt de Heere bij Abram en zegt tegen hem: Vrees niet, Abram!
En dat deed Abram nu juist wel. Hij vreesde dat Gods beloften onvervuld zouden blijven, en dat dan Zijn werk niet zou voortgaan.
Met deze woorden wil de Heere Abram laten weten: je hoeft niet bang te zijn dat Mijn beloften onvervuld blijven. Je kunt op Mij aan, Abram. Je mag je helemaal aan Mij toevertrouwen en dan kom je nooit beschaamd uit.
Denken wij, als het gaat over God en Zijn Woord en werk, dikwijls niet veel te klein-menselijk over Hem?
Die God, Die nog meer zegt: Ik ben u een Schild.
Dat betekent zoveel als: Ik sta voor u in.
Als de vijanden u willen grijpen, krijgen ze eerst met Mij te maken. Abram mag er vast van overtuigd zijn dat hij veilig is. De belofte, die hem gegeven is, zal hem door niemand afgenomen kunnen worden. Geen vijand, zo sterk of listig, of hij krijgt met God te maken. Die staat namelijk als een Schild voor hem. En voor ieder, die het van de Heere verwacht.
Nee, denk nu niet: maar ik ben Abram niet. Ook al wordt Abram de vader van de gelovigen genoemd, dat betekent niet dat hij altijd op de toppen van het geloof leefde. Hij kende ook zijn twijfels en vragen. En toch zegt de Heere: Ik ben u een Schild.
Is dat niet een geweldige troost? Troost die zijn grond vindt in het werk van Gods eigen Zoon. Zo is God een beschermend Schild waarachter je veilig bent.
En nog is de Heere niet uitgesproken: Ik ben uw loon zeer groot.
Dat betekent niet in de eerste plaats dat de Heere Abram rijk zou maken. Dat was hij eigenlijk al in Ur.
Het betekent: de grootste rijkdom in je leven is, dat je Mij mag kennen.
Dat is toch de grootste schat in je leven! Ook vandaag.
En mogen wij zeggen: wij mogen de Heere nog rijker kennen dan Abram. Want God heeft zich geopenbaard in Zijn Zoon, Die zo vaak zei: Ik ben…. Bijvoorbeeld: Ik ben het Brood des levens. Ik ben de Deur…
Zo mag je in Hem je grootste rijkdom ontdekken. En wat hij doet en werkt, dat blijft.
Om dat te verkondigen stuurt de Heere Zijn dienstknechten. Maar ook als Hij ze weer roept naar een andere plaats, blijft Hij met Zijn Woord dat vast en zeker is. Zijn Woord dat spreekt van Zijn zorg en nabijheid.
Dan leer je meer en meer aan alles voorbij zien, maar dit blijft over:
Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog,
Op aarde nevens U toch lusten?

Ds. J. de Jong