Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend?
Of wie is Zijn raadsman geweest? (Rom. 11: 34).
Heidenen. Onze afkomst. Het vereren van de natuurelementen in Donar en Wodan. Gods waarheid zichtbaar in de schepping: Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid. Die waarheid echter onderdrukt. Geen buigen voor de Schepper in gehoorzaamheid. Gods reactie: toorn en oordeel.
Abraham. Vader van het joodse volk. Door God uitgekozen. Góds goedheid en genade. Een machtige belofte van veel nakomelingen, van heil en genade voor alle geslachten van de aardbodem. Israël. Een olijfboom om vrucht voort te brengen, God tot eer.
Israël, ontvanger van de beloofde Messias. Israël, verwerper van zijn Heiland: een kruis op Golgotha. Een deel van het volk wordt afgebroken. Weg uit de olijfboom. Strengheid van God. Er komt plaats op de olijfboom voor de heidenen: ingeplant in het verbond met Abraham. Gods gunst en genade. Israël, toch niet door God verstoten. Zichtbaar in Paulus, in gelovigen uit de joden. Een geheimenis klinkt: heel Israël zal zalig worden. Grootse toekomst.
God. Wie is als Hij? Huiveringwekkend groots. Ongekend diepe gedachten.
God. Hij trekt Zijn eigen sporen. Soeverein, vrij, koninklijk. Zijn wonderlijk plan: het evangelie van Israël naar de heidenen, van de heidenen weer naar Israël. Zo verlossing én voor Jood én voor heiden. God. Hij brengt ongehoorzaamheid aan het licht, én van heiden én van Jood. Geen mens maakt zich geliefd bij God. Niemand geschikt. Allen doemwaardig. Ontferming van Boven! Gód in beweging. Zijn verlangen, welbehagen. Een kruis op Golgotha. Verzoening. Er klinkt een Naam: Jezus. Een Geest die ogen en harten opent: geloof, overgave.
God. Alles uit Vader, Zoon en Heilige Geest. Genade, zuiver en puur. Wie als HIJ? Zo fascinerend? Zo vol machtige aantrekkingskracht? Vol tere, eeuwige liefde? Heilig is Hij. God is werkelijk God!
Gedachten. In zinnen niet te vatten. Stil en klein worden. Zingen en aanbidden. ‘Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.
Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid Amen!
S.J. Verheij