‘We doen voorbede voor…’

‘Bidt, met een algemene stem, om vrede voor Jeruzalem’. Die woorden uit Psalm 122 zijn afgelopen week veel gehoord en in praktijk gebracht. We vouwen onze handen, strekken ons uit naar de hemel en bidden tot God. Nood leert bidden, zeggen we.

Toch gaan we met het zingen van Psalm 122 nog een stap verder. We bidden niet alleen voor de nood in ons eigen leven. We bidden ook voor anderen. Wanneer we horen van zorg, donkerte, zonden, verdriet en strijd bij anderen, vouwen wij onze handen. Voorbede noemen we dat. We bidden voor iets of iemand. Dat geeft een wonderlijke kracht, zowel voor de bidder als voor hem/haar voor wie gebeden wordt. In het Nieuwe Testament wordt de apostel Petrus gevangen genomen, en dan lezen we: ‘door de gemeente werd voortdurend voor hem tot God gebeden’. Paulus dankt in 2 Kor. 1 de gemeente die hem te hulp komt in het gebed. Voorbede heeft een bijzondere kracht! God werkt door de gebeden van anderen. Waar kunt u voor bidden? Prof. Immink noemt in zijn boek ‘Bidden’ een aantal onderwerpen:

  1. Groei in geloof en geestelijk inzicht. ‘En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis’ (Fill. 1: 9-10)
  2. Uitbreiding van het evangelie. ‘Bid voor ons dat het Woord van de Heere zijn loop mag hebben en verheerlijkt mag worden, zoals ook bij u.’ (2 Thess. 3: 1)
  3. Genezing. ‘Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen. Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden.’ (Jak. 5: 13-15)
  4. Bewaring in gevaar. ‘Om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij, dat ik verlost mag worden van de ongehoorzamen in Judea.’ (Rom. 15: 30-31)
  5. De overheid. ‘Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid.’ (1 Tim. 2: 1-2)
  6. Voor vervolgers. ‘Bid voor hen die u beledigen en u vervolgen.’ (Matt. 5: 44) 7. Israël. ‘Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid.’ (Rom. 10: 1)

Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.

Ds. P.D. Teeuw