Genesis 45:15b
We zijn al weken bezig met de geschiedenis van Jozef, zijn vader Jacob en zijn broers en we naderen de ontknoping. Dat wil zeggen: het moment waarop Jozef zich bekend maakt aan zijn broers! Meer dan twintig jaar waren verstreken toen ze elkaar weer voor het eerst zagen. Jozef had ze meteen herkend, maar zij hem niet. Jozef had – omdat de Here met hem was – een steile carrière gemaakt: van slaaf in de uitzichtloosheid van een gevangenis was hij onderkoning van de wereldmacht Egypte geworden. Zijn broers hadden daar geen weet van. Vriendelijk was Jozef allesbehalve geweest. Hij had ze beschuldigd spionnen te zijn. Hij had ze de duimschroeven aangezet. Simeon in Egypte als gijzelaar vastgehouden en geëist, dat ze Benjamin, hun jongste broer, de volgende keer zouden meenemen.
Het heeft alles weg van een kat en muis spelletje. Jozef fêteert zijn broers in zijn eigen huis, laat ze ook weer arresteren, als ze opgelucht en nietsvermoedend naar huis reizen. Jozef stelt zijn broers op de proef, op allerlei mogelijke manieren. Niet om ze betaald te zetten wat ze hem hadden aangedaan, maar hij wilde zien, of ze nog altijd dezelfden waren of dat ze toch veranderd waren.
Maar op een gegeven moment heeft Jozef zichzelf niet meer in de hand en kan hij zich niet meer inhouden. Ik ben Jozef, zegt hij. Leeft mijn vader nog? Ze zullen als aan de grond genageld hebben gestaan bij die woorden. Zij waren niet in staat om hem antwoord te geven, zo waren ze door schrik voor Jozef overmand. Pas na een heel verhaal van zijn kant, en nadat hij ze huilend om de hals was gevallen en had gekust, durfden zijn broers met Jozef te spreken. Wat ze gezegd hebben? Het staat er niet! Excuses, vragen om vergeving? Jozef wachtte er niet op! Hij doet hier denken aan de Vader uit de gelijkenis van de verloren Zoon (Lucas 15). Die viel zijn zoon ook al om de hals voordat hij nog maar een woord had kunnen uitbrengen. Jozef doet hier denken aan onze Hemelse Vader, die al spreekt, voordat een mens nog maar een woord kan uitspreken. In het paradijs was dat al zo. Ook daar lees ik niet eerst van een schuldbelijdenis van Adam en Eva. God is de eerste met Zijn genade!
Het heeft er soms de schijn van dat geloof in het leven met God eerst komt. Dat de nadruk ligt op wat ik, wij mensen hebben gedaan. Gelukkig maar is dat absoluut niet waar. Gods genade gaat voorop. Voordat ik nog maar een woord kan uitbrengen, is Hij er met Zijn genade.
Gods genade gaat voor mijn geloof en Jozef laat dat in de omgang met zijn broers ook al zien!
Ds.J.F.Tanghé