‘Het woord des Heren, blijft in der eeuwigheid’

I Petrus 1: 25

Het was druk in Israël.
Groepen uit Giessen-Oudekerk, Alblasserdam en ook Sliedrecht dus.
De polder was goed vertegenwoordigd.
Het wordt me vaak gevraagd: wat zie je er nu nog van uit Jezus’ tijd?
Zo’n groep is er daar ook naar op zoek.
We zagen talloze muurtjes met talloze stenen, soms kris en kras door elkaar.
Stil zeggen zij: ééns was hier een groot gebouw.
Maar wat een vernietigingen.
Neem nu Caesarea aan de Middellandse Zee.
Eens gebouwd door koning Herodes de Grote….
Hij had een droom en liet er een nieuwe haven bouwen.
Groots is het geweest. In die tijd liet hij al caissons afzinken.
Er was een hypodroom en een theater. Middels een Aquaduct liet hij water over 20 kilometer aanvoeren.
We zagen nog iets van de prachtige mozaïeken in de monumentale badhuizen.
We zagen pilaren die van overal van de wereld waren aangesleept: uit Egypte, Turkije en Italië.
Herodes de Grote heeft iets gigantisch klaar gekregen daar en hij wijdde het aan zijn grote voorbeeld: Caesar (Caesarea) Augustus.
We schrokken van de film die de geschiedenis van Caesarea op een rij zette.
Toen Herodes stierf kwamen er al snel aardbevingen en zelfs de haven verzakte en de gebouwen stortten in. De Romeinen bouwden het weer wat op en Christenen bouwden er op plekken een grote kerk: de Byzantijnse Kerk. Toen kwamen de moslims en maakten zeker de kerk met de grond gelijk en bouwden er een enorme moskee. Na weer een tijd kwamen de Kruisvaarders. Zij gebruikten ook weer de stenen en pilaren die er lagen en bouwden er een Kruisvaarderskerk.
Na weer nieuwe aardbevingen met al hun verwoesting kwamen de Mammelukken en maakten opnieuw alles met de grond gelijk.
Golf na golf kwam er vernietiging en verwoesting: van de natuur of wel door mensen. Zo gaat het op vele plekken in Israël.
Zo is het op Massada, ook gebouwd door Herodes de Grote, in Kapernaüm waar Jezus door de straten wandelde en vele tekenen en wonderen deed. De Heilige Grafkerk: opgebouwd – afgebroken – opgebouwd en veranderd.
Wat is er nog van toen….???
Zo zat ik te peinzen en in het hotel wat in deze Petrusbrief te bladeren.
Toen wist ik het.
Het is het Woord ! Het is precies zoals Petrus zei.
Het levende en blijvende Woord van God….
Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras…
Meer dan stenen en meer dan muurtjes. Meer dan dorpjes en plekken hebben wij het Woord. En het leeft….inderdaad….
Honderden miljoenen lezen er in en hoeveel mensen maken geen kerkdienst mee in de wereld. Het is een krachtig woord: sterke mensen worden tot knielende mensen.
Het is het Woord van het lijden en sterven EN OPSTAAN van onze Here Jezus Christus. Het is het bevrijdende Evangelie dat het Volbracht is.
Dat woord dat u als evangelie verkondigd is.
Het is er nog en u kunt er allemaal in lezen en zoeken en God vinden.
En dán zijn kleine mooie dingen troostrijk en aanvullend…
We staarden op een steen met gehavende randen en barsten, maar waar nog duidelijk te lezen was: Pontius Pilatus….Prefect Judaia. Hij was daar eens: hij die Jezus veroordeelde tot het Kruis.
Maar mooier nog: in Caesarea is het oudste beeldje ter wereld gevonden van de Goede Herder. Gehavend en met veel beschadigingen, maar je kon nog duidelijk zien dat er een schaap over de schouders lag: gedragen door de trouwe Herder zelf.
Zij zijn een sprekende omlijsting bij blijvende getuigenis…
Dit nu is het woord dat U als evangelie verkondigd is.
En God hééft ook voor ons op wacht gestaan.
Zondag is het 31 oktober: dan mogen wij gedenken hoe door de monnik Maarten Luther – in mijn geloof door Gods genade – het Woord weer in handen van mensen werd gelegd. Mensen konden het zelf lezen..konden het zelf bestuderen…en tot zich nemen.
God heeft Zijn Woord bewaard.
En het wordt u als evangelie als blijde boodschap verkondigd. Meer dan een archeologische vondst: de viva vox: de levende stem van Christus in uw leven: troostend en roepend. Tot wie zullen wij gaan?
Hij heeft woorden van eeuwig leven voor u en ons allemaal.

ds. A.H. Groen