Huppelen van vreugd

En David huppelde met alle macht voor het aangezicht van de HEERE. (2 Samuël 6: 14a)

Een tijdje geleden stond op de site van het Christelijk Informatie Platform een filmpje onder de titel ‘Hoe David danste’.
Natuurlijk maakt zo’n filmpje nieuwsgierig. Toen ik het gezien had, dacht ik bij mijzelf: de intentie van het dansen van koning David is eigenlijk niet te filmen.

1. Wat houdt deze vreugde in?
De kanttekeningen van de Staten Vertaling zeggen: zoals een lam huppelt in de wei, zo huppelt David door de straten van Jeruzalem. En, zo wordt daar aan toegevoegd: dit is niet vleselijke vreugde, zoals de kinderen van deze wereld die kennen, maar dit is een heilige geestelijke vreugde, die de Heilige Geest in zijn hart ontsteekt. David verheugt zich op de grote daden van God in de geschiedenis van het volk Israël. En ook de grote daden van de Heere in het persoonlijke leven van David vormen een reden tot grote blijdschap.

2. Hoe ontvang ik deze vreugde?
Ik moet aan drie dingen denken:
a. Wij krijgen deel aan deze vreugde door de wedergeboorte. De Dordtse Leerregels zeggen in hoofdstuk 3/4 paragraaf 12:
“…de wedergeboorte is een bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking van Gods Geest in ons hart, die in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden…” Met andere woorden: door de wedergeboorte daalt er een onuitsprekelijke vreugde neer in ons hart.

b. Wij krijgen deel aan deze vreugde door het geloof.
Zoals een kind in de buik van de moeder gevoed wordt door middel van de navelstreng, zo wordt een kind van God gevoed door middel van het geloof in Christus. Want uit Christus ontvangen wij de vergeving van onze zonden, de vernieuwing van ons leven en het eeuwige leven.

c. Wij krijgen deel aan deze vreugde uit genade.
In het Grieks worden twee woorden gebruikt, die nauw met elkaar samen-hangen: Charis betekent genade en Chara betekent blijdschap. Met andere woorden: de genade van God bewerkt blijdschap in ons hart.

3. Waar kom ik deze vreugde nu tegen?
Op vier plaatsen kom ik deze vreugde tegen:
a. In het hart
David zingt in Psalm 4: “Gij hebt m’ in ‘t hart meer vreugd gegeven, / Dan and’ren smaken in een tijd, Als zij, door aards geluk verheven, / Bij koorn en most wellustig leven, / ln hunnen overvloed verblijd.”

b. In de kerk
Psalm 118 jubelt het uit:
“Men hoort der vromen tent weergalmen / van hulp en heil, ons aangebracht; / Daar zingt men blij, met dankb’re psalmen:/ ”Gods rechterhand doet grote kracht.”
c. In de stad
In onze tekst bruist de stad Jeruzalem van vreugde. En als Filippus in Samaria het Evangelie verkondigd heeft, lees ik in Handelingen 8: En er werd grote blijdschap in die stad.
d. In de wereld
Psalm 98 zingt:
“Juich dan de HEER’ met blijde galmen, / Gij ganse wereld, juich van vreugd. / Zing vrolijk in verheven psalmen / Het heil, dat d’ aard’ in ‘t rond verheugt.”

Ik hoop van harte dat wij met David leren huppelen van zielenvreugde!

Ds. H.J. van der Veen