In de Naam van Jezus de Nazoreeër: Wandel

Handelingen 3 vers6

Hij zat aan een van de mooiste poorten van Jeruzalem:
de Schone poort die toegang gaf tot het Tempelcomplex. Ook werkelijk prachtig. Herodes had de Tempel zo mooi gemaakt. De zgn. Nicanorpoort: marmer dat bekleedt was met Corinthisch brons.
Alleen: hij mocht er niet door naar binnen. Hij was
verlamd. Hij mocht niet mee naar binnen. Hij gold als onrein. Hij bedelde.
Ik denk dat hij daar bewust zat. Er waren betere plekken voor een bedelaar in Jeruzalem.
De mensen liepen langs hem heen. Hij was onrein.
Hij keek zelfs niet naar hen op. Hij was onrein.
Maar de echte volgelingen van Jezus zien het lijden van een mens.
Petrus kijkt hem aan en zegt: zie naar ons.
Verwonderde ogen kijken omhoog. Hij wordt gezien.
Zilver en goud heb ik niet. Maar wat ik heb, dat geef ik u. Dat deel ik met u.
In de Naam van Jezus de Nazoreeër: Wandel.
En Petrus steekt hem zijn hand toe en trekt hem overeind. En de arts Lucas schrijft dat zijn voeten en enkels stevig werden.
Wat zal deze man naar zijn voeten gekeken hebben.
En dat er meer aan de hand is, blijkt uit het eerstvolgende vers:

Hij ging met hen de tempel binnen.
Daarom was hij daar.
Hij bedelde op een plek die dicht bij God was.
Nú mocht hij naar binnen.
Hij sprong, hij danste, hij mocht.
Hij mócht nu ook mee.
Uit zijn verlammingen overeind gekomen.

Hij heeft geen naam, wij allemaal kunnen hem zijn.
Of eens zijn. Als mensen je veroordelen en je voorbijlopen en onrein verklaren.
Als je jezelf onrein verklaard:
In de Naam van Jezus. (De Naam, dat is Zijn Wezen).
Die Naam betekent: God is Heil.
In die Naam wordt je overeind getrokken.
Kijk eens naar de deuren van onze kerken.
Ze staat nodigend voor u open.
Voor u allemaal.
Ergens hebben zij te maken met de deuren van de Tempel. Daar achter die deuren ligt het Evangelie open op de kansel. Altijd.

Een teken. Daar zijn de sacramenten.
Daar zijn mensen in Zijn Naam bijeen. Daar is Hij zelf.
Onze hulp is in de Naam des Heren.
Zo beginnen wij onze diensten.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid.
Daar wordt u ook begroet. Genade zij u en vrede van God onze Vader en van de Here Jezus Christus door de Heilige Geest.
Als u zich verlamd voelt of weet als mensen u onrein verklaren of als u dat u zelf doet. Kent gij die Naam nog niet? Die Naam ruist langs de wolken van het leven.
Die Naam is mijn Heiland ook waard.
Want Hij kwam om zalig te maken op aard.
Kom door de poorten. Kom door de deur. Looft de Here mijn ziel. En vergeet niet één van Zijn Weldaden.
Wij mogen door geloof alleen de tocht opnieuw beginnen. (Gez. 305: 2) U ook! Jij ook!

ds. A.H. Groen