“Kind, uw zonden zijn u vergeven”

Marcus 2: 1-13

Het is niet goed dat de mens alleen zij.
Dat zei God al in het paradijs, toen alles nog goed was. Laat staan in de vergankelijke wereld.
Rijk ben je als je vrienden hebt.
Mensen die je dragen als het erop aan komt.
Vier vrienden dragen hun vijfde vriend op een matras naar Jezus toe.
Zij doen voorbede op een letterlijke manier.
Maar als ze bij Zijn huis komen (Lees Marcus 2: het is Zijn huis!!), is het te vol.
Via de trap aan de buitenkant van het huis gaan ze naar het dak en halen een paar van die grote daktegels weg.
Aan touwen laten ze hun vriend zakken tot voor de voeten van Jezus.
“En Jezus, hun (meervoud dus) geloof ziende, zeide tot de verlamde: “Kind, uw zonden zijn u vergeven”.
Misschien was de man wel teleurgesteld.
Misschien verwachtte hij iets heel anders.
Misschien besefte hij nog niet dat dat toch het hoogste was.

Maar hierna kan hij opstaan.
Want de Messias is rijk en overvloedig.
De Messias maakt van dit moment een teken.
Vergeven mensen zullen opstaan.

Het is rijk als je vrienden hebt.
Er kan ook een tijd komen dat je zelf op die matras ligt.
Dat je je verlamd voelt.
Dat je verlamd bent om het leven en soms zelfs het geloven, aan te kunnen.

Ik heb 25 jaar geleden hier mijn intredepreek over gehouden.
Zo is het ambt.
Mensen naar Jezus dragen, opdat zij onder een open hemel mogen horen: kind . . . je bent Gods kind . . . je zonden zijn je vergeven.
Zo is het ambt.
Het ambt aller gelovigen.
Want ik kon het niet en ik kan het niet alleen.
Ik heb vele vrienden gekregen. Verbazend veel mensen die soms al aan het dragen waren.
Ik kon zo bij hen aanschuiven . . . zij waren al aan het dragen.
Van kosters en organisten, tot ambtsdragers/sters tot gemeenteleden.
Mensen werden gedragen met gebeden en liederen.
Met kaarten en gedichten.
Met vele grote en kleine gebaren.
Er is zo veel liefde voor Jezus.
Er is zoveel hoop bij mensen. Gunnende hoop.
Er gebeuren naast ontzettend ellendige en gemene dingen, die ik ook gezien heb, gebeuren er vooral ook zoveel mooie en troostende dingen.
In al die jaren heeft het Licht gewonnen.

Ik zag zoveel kinderen die naar het Doopvont werden gedragen.
Ik zag zoveel mensen naar het Avondmaal komen, soms gedragen door familie als u begrijpt wat ik bedoel.
Zoveel mooie mensen werden naar het kerkhof gedragen. Familie en vrienden stonden erbij als een geliefde door het dak van aarde neerdaalde. Zo in gebed . . . “Here. . . vergeef ook mijn man, vrouw, vader, moeder, kind. . .” Ten diepste als de man door het dak aan de voeten van Jezus neergelegd.

“Kind. . .” zal het eens klinken.
Ik ben ook voor jou de weg naar het Kruis gegaan.
Ik heb ook voor jou het lijden op Mij genomen.

Eens als wij de majesteit van de Messias in volle glorie gaan zien dan zullen wij zeggen net als in Marcus 2:
“zo iets hebben wij nog nooit gezien”.

Een heel hartelijke groet,

ds. A.H. Groen