Meditatie

Ik moet ook in andere steden het Evangelie van het Koninkrijk van God verkondigen, want daarvoor ben Ik uitgezonden (Lukas 4: 43b).

Waarvoor is Jezus gekomen? Daarover laten bovenstaande woorden geen misverstand bestaan: Om het Evangelie van het Koninkrijk van God te verkondigen.

Jezus is druk geweest in Kapernaüm, een stad in Galilea. Maar Hij is niet alleen voor die stad gekomen. Daarom laat Hij Zich daar niet langer ophouden. Zijn taak in Gods heilsplan is veelmeer omvattend. Hij ‘moet’ ook in andere steden de Blijde Boodschap van het Koninkrijk van God verkondigen. Jezus zegt dus dat Hij dat ‘moet’.

Met ‘moeten’ kun je in onze tijd bij menigeen niet aankomen. Want ‘moeten’ is dwang, zo redeneert men. En dwang roept allerlei frustraties en andere complexen op. Nee, wij als hedendaagse mensen hebben het niet zo begrepen op ‘moeten’. Maar zo wordt hier beslist niet gedacht. Jezus zegt dat Hij ‘moet’, omdat Zijn Vader het wil. Zojuist heeft Hij misschien wel in de stilte met Zijn Vader daarover gesproken in het gebed. Dat Hij met Zijn Vader Zijn verdere werkplan heeft doorgesproken.

Opvallend zijn de woorden die Jezus gebruikt voor Zijn komen in deze wereld. Hij heeft het over ‘uitgezonden’ zijn. Want daarvoor ben Ik uitgezonden, zegt Hij tegen Zijn leerlingen. Dat ging dieper dan bij een uitzendbureau vandaag. Want achter deze uitzending zit de liefde van God voor een gevallen wereld. Die komt tot uiting in de zending van God de Vader door Jezus Christus, Zijn Zoon. Deze kwam hier het Goede Nieuws van de bevrijding brengen. Om aan gevangenen vrijlating te prediken (vs. 19). Gevangenen van de zonde en van Gods grote tegenstander die ook in Kapernaüm actief is. Denk aan de bezetene in de synagoge daar.

Jezus verkondigt het Goede Nieuws van het Evangelie van het Koninkrijk. In het Koninkrijk gaat het om de Koningsheerschappij van God. Hij laat in Zijn Zoon, in Jezus zien dat Hij Koning is. Dat is niet iets van een verre toekomst. Nee, het Koninkrijk is al te horen en te zien in de woorden en daden van Jezus. In Hem wordt de heerschappij van de duivel (denk aan de demonenuitdrijvingen (vs. 35, 41)) al verbroken.

Jezus brengt als Koning verlossing van de zonde. Deze is ten diepste de oorzaak van alle ziekte en ellende in deze wereld. Kijk daarvoor maar eens naar de genezingen in dit hoofdstuk (vs. 39, 40).

God is Koning: Hij heeft het voor het zeggen! Is dat ook al zo in uw en jouw leven?

Of blijven we zelf liever koning? Dan geven we toe aan onze eigen zondige grillen en nukken. Dat moet anders worden! God moet Koning worden en zijn over ons. Hoe dat moet? Door (gaan) te geloven dat Jezus Christus ook voor u en jou is gekomen. Dat Hij ook alles kan doen aan onze grootste kwaal, onze zondeschuld. Dat Hij gekomen is om die weg te doen. Als je dat gelooft, is God nu al je Koning. Dan leef je nu al in Zijn Koninkrijk. Dan heeft de verkondiging van/door/over Jezus en Zijn uitzending ook voor jou al vrucht gedragen. Dat is waar en zeker.

Ds. J.M. van Wijk