Vissers van mensen

En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij,
en Ik zal u vissers van mensen maken.
Mattheüs 4: 19

Zondag zullen verschillende broeders voor het eerst of opnieuw bevestigd worden als ambtsdrager. Voor hen en voor de gemeente een bijzondere dag.

Terwijl Petrus en Andreas aan de oever van het meer van Galiléa bezig zijn met het maken van hun netten, komt de Heere Jezus naar hen toe. Hij kijkt hen indringend aan en zegt tegen hen: Kom achter Mij!

De Heere Jezus roept deze mannenbroeders, terwijl zij gewoon aan het werk zijn. Dat doet de Heere wel vaker. Hij roept David, terwijl hij in de velden van Efratha voor zijn schapen zorgt. Hij roept Elisa, terwijl hij bezig is het land te ploegen. En Hij roept Petrus en Andreas, terwijl zij bezig zijn met het maken van hun netten.

Dat kan ons ook overkomen. Wij zijn aan het werk, wij gaan naar school, wij zijn druk met onze studie en dan klinkt plotseling de roepstem van de Heere Jezus om Hem te volgen!

Dat hebben de broeders van de kerkenraad ook ervaren: je naam staat op dubbeltal, de gemeente verkiest je tot ouderling of diaken en zondag zit je voorin de kerk om als ambtsdrager bevestigd te worden.

Weet u waar u dan goed op moet letten? Op de kracht van de roepstem van Christus! Jezus spreekt slechts drie woorden: Kom achter Mij! En die drie woorden bezitten zoveel kracht dat zij terstond alles verlaten en Jezus volgen.

Hier voltrekt zich een mysterie. Want zodra het Woord van de Heere Jezus tot de oren van de discipelen doordringt, verovert de Heilige Geest het hart van de discipelen. Dat is het geheim: de uitwendige roeping door Gods Woord gaat gepaard met de inwendige roeping door Gods Geest.

Hier vindt een dubbele roeping plaats:

Jezus roept hen eerst tot het discipelschap: Kom achter Mij.

Hij roept hen vervolgens tot het apostelschap: en Ik zal u vissers van mensen maken.

Weet u wie ons de kunst van het vangen van mensen het beste kan leren?

De Heere Jezus! Hij is de grote Visser der mensen.

Bij Zijn eerste uitworp vangt Hij Simon en Andreas.

Bij Zijn tweede uitworp vangt Hij Johannes en Jacobus.

En vandaag werpt Hij het visnet uit in de grote mensenzee en vangt Hij mensen in het werpnet van Zijn Woord.

De eerste vier discpelen worden verschillende vissers van mensen: Andreas nodigt Petrus uit, leidt hem tot Jezus.

Petrus preekt op de eerste Pinksterdag met als gevolg dat er 3000 mensen tot geloof komen. Jacobus wordt martelaar. En het bloed van een martelaar is het zaad van de kerk. Johannes schrijft het vierde Evangelie, dat tot op de dag van vandaag voor mensen een middel is om de Heere Jezus te leren kennen.

Wij worden eveneens op onze manier, in onze situatie, met onze gaven en talenten ingeschakeld om vissers van mensen te zijn.

De een houdt van een persoonlijk gesprek onder vier ogen.

De ander vindt het heerlijk om met jongeren om te gaan.

Een derde kan goed netwerken.

En een vierde houdt van organiseren.

En zo mag iedereen zich met zijn gaven en talenten inzetten in de gemeente.

Want de Heere Jezus kan iedereen gebruiken. Niemand uitgezonderd!

Ik wens u een goede vangst toe!

H.J. van der Veen