De Heere gaat voor(op)

Exodus 13: 21a (Herziene Statenvertaling):
“De Heere ging vóór hen uit”.

Bovengenoemde tekst komt uit de bekende geschiedenis van de uittocht van het volk Israël uit Egypte naar het beloofde land. Een lange reis die niet zonder gevaren was, wat direct kort na het daadwerkelijke vertrek uit Egypte al bewaarheid werd, toen de farao met zijn 600 strijdwagens het volk achterna kwam. De Heere had door de mond van Zijn knecht Mozes het volk een land beloofd, dat Hij vele eeuwen daarvoor al aan hun voorvaders Abraham, Izak en Jakob gegeven had. Maar hoe moesten ze daar komen met dat grote volk van verschillende mensen: van stokoude mannen en vrouwen tot pasgeboren baby’s, de grote veestapel en de vele goederen die ze meenamen uit Egypte. Een vervoermiddel hadden ze niet, en ook een wegenkaart of Google Maps hadden ze nog niet tot hun beschikking. In onze tekst lezen we het antwoord: De Heere Zelf gaat voor hen uit. Hij is bij Zijn volk zichtbaar aanwezig: overdag in een wolkkolom en ’s nachts in een vuurkolom. Hij gaat vóórop en wijst zo Zijn kinderen de weg. Hij leidt hen op de weg die ze moeten gaan. Zijn zichtbare aanwezigheid is ook een teken voor Zijn dagelijkse bescherming. Direct aan het begin van de reis lezen we (in Exodus 14) dat de wolkkolom letterlijk tussen de Israëlieten en het leger van de farao ging staan. Zo heeft de Heere Zijn volk de gehele reis tot in het beloofde land (be)geleid en beschermd.

Dit mag een bemoediging voor een ieder van ons zijn, ook al leven wij meer dan 3.300 jaar na deze indrukwekkende geschiedenissen. De Heere is dan wel voor ons niet meer zichtbaar door middel van een wolk- of vuurkolom, maar Hij leidt ons ook nu nog, iedere dag weer. Mozes en het volk zijn er al lang niet meer. Wij weten dat de Heere Zijn woord is nagekomen en het volk inderdaad in het beloofde land heeft gebracht. Maar de Heere die destijds Zijn kinderen voorop is gegaan, is nog steeds Dezelfde, en zal dat tot in eeuwigheid blijven. Ook nu zorgt Hij voor al Zijn kinderen en gaat Hij in alles voorop. In ons leven kan dat soms zo anders lijken. Ook in onze gemeente zijn er namelijk vele zorgen: mensen die (ongeneeslijk) ziek zijn; mensen die hun geliefden zijn kwijtgeraakt; mensen die hun (klein)kinderen een andere weg zien kiezen, van de Heere af; mensen die in financiële of andere problemen zitten, en ga zo maar door. Toch mogen we zeker weten dat de Heere een ieder van ons kent en dat Hij alles in Zijn handen heeft en houdt. Door die Vaderhanden bestuurt Hij alles, ook die vaak moeilijke weg van ons.

Waarom doet de Heere dat? Wij verdienen Zijn leiding en hulp immers op geen enkele wijze. Ieder mens keert zich van nature af van God en wil graag zelf zijn eigen weg kiezen. De door ons gekozen weg leidt niet via de smalle weg naar het eeuwige leven, maar juist via de brede weg naar het verderf. Als de Heere ons niet zou vasthouden en ons voor zou gaan, zouden we uiteindelijk bij het verkeerde reisdoel eindigen. Het is echter Zijn grote liefde voor ons die dit onbegrijpelijke handelen van de Heere bepaalt. Hij zorgde er namelijk voor dat Iemand anders vóór ging: Zijn eeuwige Zoon, de Heere Jezus Christus. De Heere Jezus ging ons voor op de weg die geen enkel mens had kunnen gaan in zichzelf: Hij onderging de smadelijke dood aan het kruis en ervoer de grote toorn van de Heere in de hemel op de zonden die wij allen hebben begaan. Door Zijn verzoening heeft hij de smalle weg naar het Vaderhuis geopend voor allen die in Hem geloven. Hij ging ons dan ook voor naar de Heere in de hemel. Vanuit het Nieuwe Testament weten we immers dat onze Heiland op de Hemelvaartsdag al naar het Vaderhuis is gegaan om daar voor ons te pleiten en voor ons een plaats te bereiden. De Heere Jezus is dé Weg tot de Vader en het eeuwige leven. Hij is ons daarin voorgegaan en helpt ons ook nu in alle dingen om ons de juiste weg te wijzen.

Praktisch gezien kan dat op vele manieren zijn. Door een bepaalde tekst uit de Bijbel wanneer we deze lezen en daardoor bemoedigd of vertroost worden. Door de verkondiging vanaf de kansel en we geraakt worden door een woord van de predikant (en daarmee indirect van God Zelf). Door bepaalde dingen die in ons leven gebeuren en we daar (achteraf) Gods Hand in zien. Zomaar een paar voorbeelden. De Heere wil er juist ook om gebeden worden en dan wil Hij ook voorop gaan. Blijf daarom ook dagelijks bidden of Hij ook u en jou wil voorgaan en wil helpen, ook met alle dingen van iedere dag. Daarbij moeten we telkens onze zonden belijden en erkennen dat wij de verkeerde weg kiezen. De Heere heeft de Trooster, de Heilige Geest, gezonden om ons te helpen en bovenal ons iedere keer te wijzen op de Heere Jezus Christus: Hij is immers dé Weg, de waarheid en het leven. U ziet het: de Heere gaat ook nu ons nog steeds vóór!

A.J. ’t Jong, scriba wijk 3