‘Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid.’ (Efeziërs 3: 20 en 21)
In het alledaagse leven lopen we geregeld tegen onze grenzen aan. Hoe kom je aan nieuwe energie? In deze tekst wordt de weg naar de krachtcentrale gewezen. De apostel Paulus zegt tegen de gemeente van Efeze, dat de Here God bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken. Gods kracht is eindeloos.
De apostel verlangt ernaar dat de gemeenteleden Gods kracht van binnenuit mogen ervaren. Wanneer je Gods kracht in je leven ontvangt, kun je de hoogste bergen aan. De bergen zullen misschien niet wijken, maar met de kracht die je van binnenuit ontvangt, kun je de hoogste bergen beklimmen. Zo mogen we ook verlangen naar liefde. De apostel gaat ons voor in de voorbede om geworteld en gegrondvest te blijven in de liefde. Het beeld van een boom die geworteld is in de aarde klinkt mee in deze tekst. Zoals een boom met diepe wortels vast blijft staan in de hevigste herfststormen, zo blijft een gelovige vaststaan in de stormen van het leven, wanneer hij wortelt in de liefde van God. Door deze liefde kunnen we ook zelf liefhebben. De apostel verlangt er vooral ook naar dat de gemeente de liefde van Christus leert kennen. Het kennen van Gods liefde in Jezus Christus is het diepste en meeste waardevolle dat we als mensen kunnen ervaren. De apostel zegt dat Christus door het geloof komt wonen in ons hart. Paulus verwoordt een geheimenis: mijn hart, het centrum van mijn bestaan, de ziel van mijn wezen, wordt gevuld met Christus. Christus kennen we nooit alleen, maar altijd gezamenlijk met alle heiligen. Samen met christenen over de hele wereld leren we Christus steeds beter kennen.
Zo bidt de apostel Paulus om kracht, liefde, geloof en het kennen van Christus. Zijn voorbede loopt uit op het verlangen dat de gemeente zal volstromen met Gods volkomenheid. Zoals je het kunt hebben wanneer je in de buitenlucht je longen diep volzuigt met frisse lucht, waardoor je weer nieuwe energie hebt, zo is het gebed van Paulus dat de gemeenteleden volstromen met alle zegen, rijkdom, goedheid en liefde van de Here God. Hij verlangt ernaar dat we volkomen gevuld raken met zijn liefde en zegen, met zijn Heilige Geest.
Wanneer we tegen grenzen aanlopen, mogen we bij deze krachtcentrale opnieuw kracht vinden.
Nooit kan het geloof teveel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis.
‘t Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is.
Wat zou ooit zijne macht beperken? ‘t Heelal staat onder zijn gebied!
En wat zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem zijn vermogen niet.
J.W. Sparreboom