Gods verlangen

Ik ben van mijn Liefste, en Zijn begeerte gaat naar mij uit.
(Hooglied 7: 10)

In het boek Hooglied bezingen bruidegom en bruid elkaars schoonheid. En zij zijn beeld van Christus, de bruidegom, en Israël, samen met de gemeente, als bruid. Zoals zo vaak in de schrift vergelijkt God zijn liefde voor ons met de liefde tussen een bruidegom en zijn bruid, denk bijvoorbeeld aan Efeziërs 5. Maar ook Openbaring 19, waar de bruiloft van het Lam beschreven en Zijn bruid getoond wordt. Als we Hooglied zo lezen dan begrijpen we het eerste gedeelte van de tekst wel. De bruid is hier aan het woord ‘Ik ben van mijn Liefste’. Natuurlijk, Hij heeft mij gekocht en betaald met Zijn bloed aan het kruis op Golgotha. Hij heeft alles gegeven, alles voor mij over gehad. Ik ben nu van Hem, Zijn eigendom. Dat is mij altijd geleerd, daar houd ik mij aan vast. Dat Hij voor mij geleden heeft, mijn schuld betaald en dat ik daarom Zijn eigendom ben, natuurlijk beaam ik dat. Daarom noem ik Hem ook mijn Liefste. Maar het vervolg van de tekst ‘Zijn begeerte (verlangen) gaat naar mij uit’. Dat is niet te vatten toch. Ik ken mezelf, mijn tekort, mijn zonde, mijn zwarte bladzijdes, mijn gedachten, mijn ‘Nee dit lijkt over iemand anders te gaan. Dat Zijn begeerte naar mij uit zou gaan, dat kan toch niet, ik die . . .

En toch, en toch is dat wel wat er staat. Zijn verlangen gaat naar mij uit. Hoe kan dat? Dat is Zijn liefde, Zijn onbegrensde en onvoorwaardelijke liefde. Dat kan alleen in samenhang met de eerste regel. Als ik van Hem ben, omdat Hij mij heeft gekocht met Zijn bloed, verlangt Hij er ook naar dat ik bij Hem ben. Dat ik dus in Zijn nabijheid kom, mij van Zijn aanwezigheid bewust ben en daar van geniet. En aan Zijn tafel deelneem. Zo is het aangaan aan de tafel zondag geen verdienste, maar een antwoord op Zijn verlangen. Dan is Zijn verlangen ook mijn verlangen geworden. En dat geldt voor een ieder van ons persoonlijk. Laten we ons dus verwonderen over Zijn verlangen naar ons persoonlijk, dat tot ons laten doordringen en ons vullen met Zijn liefde voor ons. Kom dan aan Zijn tafel om je geliefd te weten, gevoed te worden en gesterkt te worden met Zijn brood en wijn.

Frans Willemsen