Binnen onze kerk is 31 oktober een belangrijke dag. Dan herdenken we namelijk dat (dit jaar 499 jaar geleden) de reformatie is begonnen. Al bijna 500 jaar is de protestantse kerk een feit. Voor vele anderen op deze wereld is 31 oktober echter belangrijk omdat dan het halloweenfeest wordt gevierd. Halloween komt van ‘All Hallows Eve’, of te wel Allerheiligenavond. Een dag later, op 1 november, gedenkt de Rooms-katholieke kerk namelijk alle heiligen die geen aparte feestdag hebben. Weer een dag later worden de zielen van alle overleden mensen herdacht. Het was een poging van de Rooms-katholieke kerk om het Keltische feest Samhain (in Ierland, Engeland en Schotland) te overschaduwen, zoals ook de datum van het Kerstfeest gelijk is aan de datum van een heidens feest. De Kelten geloofden dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terug kwamen, om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar (het nieuwe jaar begon voor hen op 1 november; Samhain is het Ierse woord voor november). De geesten die uit dode mensen zouden oprijzen, werden aangetrokken door voedsel voor hen neer te leggen voor de deuren. Om echter de boze geesten af te weren droegen de Kelten maskers.
Zoals u wellicht weet zijn er veel Ieren en Schotten in de vorige eeuwen geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Het halloweenfeest is daarom eveneens daar een bekend en zelfs groot feest, waarbij alle oude en bekende symbolen en gebruiken terugkomen: de Jack-‘o-Lantern (de uitgeholde pompoen met een eng gezicht en binnenin een lichtje), de ‘trick or treat’ (geplaagd worden of snoep geven) en het verkleed gaan als heks of geraamte. Deze gebruiken zijn verder uitgewaaid over een groot deel van de (westerse) wereld en zo zijn er ook steeds meer landgenoten die op één of andere manier iets aan halloween doen. Snoepgoed en andere zaken voor ‘Happy Halloween’ in de supermarkten, ‘Halloween fright nights’ in meerdere pretparken, versierde pompoenen voor de ramen en ga zo maar door.
Allemaal onschuldig toch, zo lijkt het. Ook gezellig om in deze lange, donkere avonden zo een feestje te hebben. Niets is minder waar… De pompoen met licht is het symbool voor de dolende ziel, met het plagen of snoepjes vragen, spelen kinderen de geesten van de doden na en het verkleed gaan als heks of geraamte dient als bescherming om de boze geesten te misleiden.
Hoe anders leert de Heere ons in Zijn Woord. Op vele plaatsen in de Bijbel kun je lezen dat God Zijn volk waarschuwt voor dergelijke occulte praktijken. Om een aantal teksten te noemen: Exodus 23: 13, Deut. 18: 9-14, Deut. 32: 16-17, Jes. 8: 19, Rom. 12: 2, en Jac. 4: 4. De Tien Geboden die iedere zondag in onze erediensten mogen klinken, zijn er ook volstrekt duidelijk in: “U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben”. De heilige Almachtige God tolereert geen andere goden, die in Zijn plaats staan. Daarnaast spelen we de grote tegenstander van God, de duivel, juist in de kaart. Hij vindt het namelijk prachtig als de mensen hiermee aan de slag gaan. Zo worden ze des te gemakkelijker een prooi voor hem. De Heere wil ons hier dan ook voor behoeden.
Zo onschuldig is het Halloween dus niet. Heel onschuldig en bijna geruisloos vallen we op deze manier in een afgodendienst. We denken vaak als we al de verhalen uit het Oude Testament lezen over het volk Israël, met bijvoorbeeld het telkens weer vereren van de Baäl, dat wij moderne mensen geheel anders zijn. Niets is minder waar! Niet alleen kunnen de afgoden van vandaag (ons geld, onze hobby, onze sport, onze muziek, etc.) ons van de Heere God doen afdwalen, maar ook dergelijke ‘onschuldige’ symbolen en gebruiken van halloween. Voor de satanisten is halloween (samhain) overigens één van de acht feesten in hun jaar, een satanisch feest dus!
Als Christenen zijn wij vrijgekocht door het kostbare bloed van Jezus Christus. Hij heeft Zijn leven gegeven voor onsom ons te bevrijden van alle zonden, ook van het dienen van de afgoden. Juist daarom moeten wij ons niet inlaten met dergelijke praktijken. We verachten daarmee juist het middelaarswerk van onze Heiland. De Heere veroordeelt dat ten zeerste. Lees Hebr. 10: 29 er maar eens op na.
Laten we onze kinderen en de mensen in onze omgeving behoeden voor het gevaar dat er ligt in deze ‘onschuldige’ gebruiken. Wijs hen op Christus, die Zelf gezegd heeft in Matth. 22: 32b: “God is niet een God van doden, maar van levenden”! We hebben de hulp van Jezus en de kracht van de Heilige Geest nodig om de aanvallen van de boze te weerstaan en standvastig te blijven, zoals de vrienden van Daniël toen zij moesten buigen voor het beeld. Zeker in deze tijd, die bol staat van verleidingen zoals halloween. Laten we daarom blijven bidden, ook voor onze medemens. Gelukkig mogen we weten dat niet de duivel, maar de Almachtige God Zelf het allerlaatste woord heeft. Het bloed van Christus is het enige middel voor allen die in Hem geloven om voor eeuwig bewaard te worden. Dan mogen wij ook eenmaal echt feest vieren, wanneer we voor eeuwig bij Hem mogen wonen!
A.J. ’t Jong, scriba wijk 3