‘Hij geeft sneeuw als wol. Hij strooit rijp uit als as. Hij werpt Zijn ijs als stukken; wie is bestand tegen Zijn koude?’ (Psalm 147: 16, 17 – HSV).
Afgelopen zaterdag viel Koning Winter ons land binnen zo schreven de media, en de verschillende weersverwachtingen laten zien dat de vorstperiode in ieder geval tot en met komend weekend voortduurt, en mogelijk nog langer. Na vele winters in Nederland zonder ook maar enige vorst of sneeuw van betekenis, werden we afgelopen zondagmorgen wakker in een volkomen witte wereld. De discussie over (marathon-)schaatswedstijden of mogelijk een Elfstedentocht barstten alweer los deze week, zeker in combinatie met wat wel of niet kan binnen de huidige de corona-maatregelen. Anderen verwijzen met deze periode van extreme koude de opwarming van de aarde al naar het land van de fabelen…
Wat je niet in de (meeste) media leest of hoort, is dat ook ijs en sneeuw geschapen zijn door onze goede Schepper. Het is de Heere die niet alleen de aarde met het oneindige heelal heeft geschapen, maar ook sindsdien dagelijks onderhoudt. Zo zorgt Hij voor de verschillende seizoenen, waarin we soms te maken hebben met droogte en zeer hete dagen (denk aan de historische 40+ graden in de zomer van 2019), maar ook voor winterdagen met ijs en sneeuw. Wellicht mopperen we regelmatig op het weer dat we in ons land kennen, bijvoorbeeld als het weer eens dagen achter elkaar regent.
Andere mensen zeggen helemaal niets te hebben met zoveel koude of ongemak door de gladheid, hetgeen ook begrijpelijk is als je de weg op moet, zeker voor onze ouderen. Ook ijs en sneeuw zijn echter tekenen van de zorg van de Heere voor Zijn schepping!
Zo was het afgelopen zondag dan ook genieten van die prachtige sneeuwdeken (niet in de laatste plaats voor de (kleine) kinderen), en zijn de verwachtingen voor het eind van deze week (als het Kerkblad weer verschijnt) hoopvol: helder zonnig winterweer: wat is er mooier dan een volledig wit landschap met een strakblauwe lucht en een heldere zon aan de hemel! Zorg van onze Hemelse Vader!
IJs en sneeuw zullen op de tijd die de Heere er aan gesteld heeft ook weer verdwijnen. Het (geestelijk) beeld van smeltend ijs en sneeuw wordt o.a. beschreven in Job 6.
In het 37e hoofdstuk van Job wordt de macht van de Heere over de natuur beschreven en worden ijs en sneeuw ook benoemd als wonderen van God. Vers 10 zegt: ‘Door de adem van God geeft Hij ijs, zodat de brede wateren verstijven’, en in vers 6 staat: ‘Want Hij zegt tegen de sneeuw: Wees op de aarde’.
Het beeld van sneeuw heeft in de Bijbel echter ook een andere, nog veel mooiere betekenis. Want zoals sneeuw alles (mooi) bedekt met een prachtige witte laag, ongeacht wat zich er onder bevindt, hoe vuil en smerig soms ook, zo bedekt het bloed van de Heere Jezus al onze vuile zonden. Jesaja verkondigde het ons al: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw’. Dat maakt ons klein, want geheel onverdiend wil de Heere ons dat geschenk geven. Gewassen in het bloed van Zijn Zoon, kleedt Hij ons in witte kleding, witter dan sneeuw. IJs en sneeuw verdwijnen weer als de Heere ander weer met hogere temperaturen geeft, maar de belofte dat onze zonden wit zijn als sneeuw verdwijnt gelukkig niet. De Heere Jezus heeft eenmaal voor al de zonden van de wereld betaald met Zijn dood aan het kruis, waardoor alle zonden bedekt zijn én blijven als onder een dikke sneeuwlaag.
Juist in deze winterse week (of weken) waarin de sneeuw (en ook het ijs) op de aardbodem liggen, mogen we denken aan dat prachtige beeld van onze toekomst waarin onze dieprode zonden witter worden dan de sneeuw. Wat wordt het sneeuwlandschap dan prachtig!
A.J. ’t Jong