Jezus gezalfd

‘En als Hij te Bethanië was (…) kwam een vrouw, hebbende een albasten fles met zalf van onvervalste nardus van grote prijs en (…) goot die op Zijn hoofd’ (Mark. 14: 3)

Het verhaal van de zalving in Bethanië is heel bekend. Toch vind ik het altijd weer een bijzondere en ontroerende geschiedenis. Je ziet in deze hoofdstukken: Jezus komt steeds meer alleen te staan; Hij krijgt steeds meer mensen tegen zich: de joodse leiders, Judas, Zijn eigen discipel, daarna de andere discipelen, straks de Romeinen, het joodse volk – en dan lees je ineens over deze vrouw die met zoveel liefde en toewijding Jezus zalft: wat een contrast!
Op zich is dat zalven niet bijzonder. Het was gebruikelijk dat bij een feestelijke maaltijd gasten gezalfd werden. Maar wel bijzonder is de zalf waarmee ze Hem zalft: kostbare narduszalf. Deze vrouw schenkt een schat aan Jezus, een kapitaal. De waarde van deze zalf is heel hoog, je mag gerust denken aan enkele tienduizenden euro’s, ongeveer een jaarsalaris.
Deze zalving, zo vlak voor de week van Jezus’ lijden is geladen van symboliek. Ik stip drie dingen aan.

1. Deze zalving is een teken wie Jezus is.
Maria laat door deze zalving zien dat Jezus de Messias is. Nee, we weten niet of ze dat zelf beseft heeft op dat moment. We weten niet precies wat Maria in Jezus gezien heeft. Maar of ze het nu weet of niet: hiermee laat ze profetisch zien wie Jezus is. Een zalving heeft in de Bijbel een bijzondere betekenis. Wie werden er gezalfd? In het Oude Testament zijn dat mensen die een bijzondere taak van God krijgen: koningen, profeten en priesters. Door zo’n zalving werd je apart gezet voor je taak. Een gezalfde werd door de HEERE apart gezet voor een bijzondere taak – dan was je een mashiach, een messias. Eigenlijk was iedereen die zo gezalfd was een Messias, een gezalfde des HEEREN. Maar de joden verwachten ook één Messias, een man die komen zou en door God geroepen zou worden om een heel bijzondere taak op zich te nemen: voor verlossing te zorgen: dé Messias. En door Jezus zo te zalven, laat Maria zien dat Hij dat is: de Messias, Gods Gezalfde.
2. Deze zalving is ook een teken van Jezus’ dood.
Nog een paar dagen en Jezus gaat sterven. En daarom moet Hij gezalfd worden. Nu. Want die mannen die nu zo hard mopperen – die doen het straks niet. Waar zijn ze straks, als Jezus begraven moet worden? Dan zijn ze in geen velden of wegen te bekennen. Allemaal gevlucht. Niemand van hen is er straks bij. En omdat de discipelen het straks niet doen – moet deze vrouw het nu alvast doen. ‘Zij heeft gedaan wat zij kon, zij is voorgekomen om Mijn lichaam te zalven tot een voorbereiding ter begrafenis (8)’.

3. Deze zalving is een teken van Jezus’ oneindige waarde
Als dit gebeurt, gaat er een schok van ontroering en verontwaardiging door de omstanders heen. Dit is verspilling! Hier gaat in een halve minuut een kapitaal ten gronde. Ze nemen het haar zeer kwalijk, staat er. Ze vergrimden tegen haar (5). Ze briesen – het is een woord wat voor paarden gebruikt wordt. Ze briesen van verontwaardiging, deze vrome mannen. ‘Waartoe dit verlies? Had het verkocht, dan had je een kapitaal voor de armen kunnen geven!’ ‘Waartoe dit verlies?’ Het is maar hoe je het bekijkt. Wat is Jezus je waard? Blijkbaar vinden deze mannen Jezus dit niet waard. Ze verachten niet alleen deze vrouw – maar ten diepste ook Jezus. Dit is Hij niet waard, blijkbaar. Het had beter aan de armen gegeven kunnen worden, vinden ze. En op zich – daar zit iets in: Zorgen voor je naaste is een goed werk. Maar dan komt Jezus in het geweer. Hij zegt: ‘De armen heb je altijd bij je. Mij niet’. Jezus zegt a.h.w.: ‘Ik ben dit waard. Hier is iemand die Mij op de juiste waarde schat’. En daarom is deze zalving is een teken voor ons van de oneindige waarde van Jezus Christus. Deze vrouw durfde de zalf niet voor zichzelf te gebruiken, maar wel voor Jezus. Als teken voor heel de wereld hoe kostbaar Hij is. Hoe komt dat? Hoe komt het dat Maria Jezus op waarde schat? Dat is eenvoudig: Ze heeft Hem lief. Ik weet niet precies wat ze in Jezus heeft gezien, ik weet niet of ze hier al precies begrepen heeft wie Hij ten diepste was – maar een ding is zeker: ze heeft Hem lief gekregen. En daarom schat ze Jezus op waarde. Wat is Jezus u waard? Heeft u Hem lief? Heb je ook oog gekregen voor Zijn oneindige waarde? Die liefde voor Jezus is de lakmoesproef voor het geloof. Als je er iets van hebt geleerd, iets van hebt gezien van de weg die Jezus moest gaan, hoe kun je Hem dan niet liefhebben? Als je iets gezien hebt van het ontzaggelijke kwaad van de zonde, als je iets gezien en iets gevoeld hebt van Gods grote toorn tegen de zonde, en je ziet dan hoe Jezus vrijwillig míjn zonde op zich heeft willen nemen, dat Hij vrijwillig míjn plaats wilde innemen, dat Hij vrijwillig de toorn van God heeft willen dragen en je ziet dan die gewillige Borg, die in mijn plaats de straf draagt, voor vergeving zorgt en mij recht geeft op het eeuwige leven – dan kun je toch niet anders dan Hem liefhebben?! In Engeland was een dominee, Welch was zijn naam. Hij zat eens stilletjes te huilen en iemand zei tegen hem: ‘Beste dominee, waarom huilt u zo? ‘Ik kan het u niet zeggen’. Maar die man hield aan: ‘Waarom bent u zo verdrietig?’ En toen zei hij: ‘Ik huil omdat ik Christus niet méér liefheb’.
Zalig ben je als het je verdriet doet dat je Hem niet méér liefhebt – dan heb je genade gevonden in Gods ogen.

M. Klaassen