Kijk vooruit!

‘En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’  

Matteüs 28: 20

Wanneer we als mensen afscheid nemen, blikken we nogal eens terug. Tijdens de afscheidsdienst in de lege Maranatha Kerk blikte ik terug op de afgelopen vijf jaar, waarin we als predikant en gemeente mochten optrekken. Er waren verdrietige dagen, maar gelukkig ook heel veel vreugdevolle dagen. Ik ben dankbaar voor de jaren in uw midden. Des te opvallender is het, dat Jezus bij zijn afscheid van zijn leerlingen niet terugblikt. Hij blikt vooruit. Hij bemoedigt zijn leerlingen met de woorden, dat Hij alle dagen met hen zal zijn, tot aan de voltooiing van de wereld. In gedachten voegen we ons bij hen: de elf leerlingen zijn vanuit Jeruzalem naar het noorden van Israël gegaan. De levende en opgestane Here Jezus komt naar hen toe om hen op te zoeken, om hen te groeten. Zó komt de opgestane Here Jezus Christus ook vandaag als eerste naar ons in de gemeente toe. Hij komt met zijn Woord en door zijn Heilige Geest. Hij komt naar ons toe met zijn groet van genade en vrede. Zo is Hij steeds de Eerste. Wat een wonder! Wanneer de leerlingen Hem zien, vallen zij op hun knieën neer. Ze herkennen in Hem de opgestane Heer. Ze erkennen Hem als de Zoon van God. Toch vermeldt de evangelist erbij, dat sommigen twijfelden. Ook nu de leerlingen oog in oog staan met de levende en opgestane Here Jezus Christus zijn er de mistflarden van de twijfel.

De leerlingen kunnen het nog steeds niet allemaal bevatten wat er is gebeurd. Daarin weten wij ons met deze leerlingen verbonden. In aanbidding buigen we neer voor Jezus Christus. Zeker, want Hij is de Opgestane! En tegelijkertijd is er de verwarring en de twijfel. Hoe kunnen we het ooit bevatten wie Jezus Christus is?! En hoe kunnen we zijn opstanding rijmen met zoveel gebrokenheid in de wereld?! In alle twijfel, aarzeling en ontzetting spreekt Jezus zijn leerlingen en ons aan. Hij bemoedigt met de woorden, dat alle macht in hemel en op aarde aan Hem is gegeven. Vanuit deze volmacht geeft Hij een opdracht mee aan zijn leerlingen. Het wordt ook wel eens de ‘Grote Opdracht’ genoemd. De opgestane Here Jezus draagt zijn leerlingen op om onderweg te gaan en alle volken tot zijn leerlingen te maken, hen te dopen en hen te leren houden aan alles wat Hij heeft gezegd. Hoe kunnen zij ooit waarmaken wat Jezus hen opdraagt? Hoe kan dit kleine groepje van elf aarzelende en bibberende leerlingen ooit verschil maken in een grote en vijandige wereld?! En hoe kunnen wij in onze machteloosheid iets betekenen in deze wereld? Toch: omdat Jezus Christus de volmacht heeft in hemel en op aarde, behoeven we ons geen zorgen te maken. De Kerk is van de opgestane en levende Here Jezus Christus! Hij houdt zijn Kerk in stand. Natuurlijk, de opdracht die Jezus geeft is menselijk gezien te groot. Maar de levende Here Jezus Christus geeft er zijn belofte bij. Het is de belofte, dat Hij alle dagen met hen zal zijn. Christus zal alle dagen met hen en ons zijn: dat zijn de dagen van vreugde en voorspoed. Maar het zijn ook de dagen van pijn, verdriet en tegenslag. Alle dagen van hun leven, alle dagen die de Kerk kent, is Christus Jezus nabij. Jezus belooft, dat Hij nabij zal zijn tot aan de voltooiing of de voleinding van de wereld. Hij spreekt over de verwachting die de leerlingen mogen hebben. Hij kijkt niet achterom, maar Hij richt onze blik vooruit.

Als gemeente richten we onze blik op de Grote Toekomst, wanneer de Jongste Dag aanbreekt. Op dit moment is de wereld bepaald nog niet voltooid. We leven in een gebroken wereld, met allerlei scheuren en barsten. Maar de levende Here Jezus

Christus komt aan het einde van de wereldgeschiedenis weer om de geschiedenis te voltooien. Als gemeente roepen we dan ook: ‘Maranatha, kom Here Jezus!’