Licht en heil

De HEERE is mijn licht en mijn heil,
voor wie zou ik vrezen?
De HEERE is mijn levenskracht,
voor wie zou ik angst hebben? (Ps. 27: 1)

Wij zouden graag willen weten, wat de toekomst ons brengen zal. Dat hangt alleen van de HEERE af. Hij geeft leven en dood, armoede en rijkdom, alles wat wij voorspoed en tegenspoed noemen. Laten wij daarom op Hem zien. Van Hem zegt David: ‘De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?’.
‘Mijn leven is een pelgrimsstand, ik ben op reis naar ‘t vaderland’, zo zingt Lampe, de bekende dichter van de Hervormde Kerk. Maar zal hetgeen hij met dit lied belijdt, waarheid in ons zijn, dan moeten wij ons door de rechte Leidsman laten leiden, opdat wij niet verdwalen, het doel niet uit het oog verliezen en omkomen. Deze Leidsman is onze Heere en Heiland, de Beginner en Voleinder des geloofs. Hij alleen is ons licht, ons heil, onze levenskracht.
Ons licht: donkerheid omringt ons, zowel in het politieke en maatschappelijke leven, als ook in het kerkelijke. Het jongere geslacht wil niet meer horen naar de leer der apostelen en profeten en hervormers; zij willen een kerk zonder leer, een zogenaamd zedelijk, praktisch christendom zonder de levende Christus en Zijn Woord. Is Gods Woord dan niet meer levend en krachtig? Is de HEERE niet meer bij Zijn volk? David zegt: De HEERE is mijn licht, voor wie zou ik vrezen? Hoe hopeloos het er in de wereld ook moge uitzien, – Christus, zoals Hij ons in het Woord wordt geopenbaard, is ons licht, opdat wij volharden op de smalle weg, die tot het leven leidt. En Hij is ons heil, zodat wij die dagelijks moeten zuchten: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?’ en ‘Vergeef ons onze schulden’ in Hem vinden de Geneesheer van onze zielen, de Uitdelger van onze zonden en schuld, de Helper in alle nood. Al zouden wij dan ook vaak de moed verliezen bij al onze onbekwaamheid en verkeerdheid en dwaasheid, – Hij, onze barmhartige Hogepriester, heeft gebeden, dat ons geloof niet zal ophouden, en Hij strijdt in ons en voor ons tegen duivel, wereld en ons eigen vlees. Hij is onze levenskracht. Ja, waar wij moeten erkennen: ‘In ons is geen kracht’, daar vinden wij door het geloof in Hem onze gerechtigheid en onze sterkte, ja alles wat tot onze zaligheid nodig is. Wat zich dan ook tegen ons verheffe, hoe machtig ook de vijanden zijn, voor wie zouden wij vrezen, als de HEERE met ons is?
Dr. H.F. Kohlbrugge (uit: Het Woord is ons gegeven. Schriftuitleg van dr. H.F. Kohlbrugge, Kampen 1991)

ds. M. Klaassen