Meeloopdagen organiseren

Afgelopen zondag leidde ik in mijn vorige gemeente een dienst in het kader van het IZB-Focustraject. Het ging over het thema ‘leerlingen zijn en leerlingen maken’. Dat lijken twee deelthema’s, die alles met elkaar te maken hebben, en elkaar als het ware oproepen. Toch ervaart lang niet elke gelovige dat zo. De lezingen erbij kwamen uit Johannes 15 (over Jezus als de ware wijnstok) en uit Matteüs 28 (het ‘zendingsbevel’ om alle volken tot Jezus’ leerlingen te maken). Lezingen die ook heel verschillende gedachten kunnen oproepen. Johannes 15 zoomt in op het leerlingen zijn: ontspannend, leren mag, reik niet boven je macht. Matteüs 28 lezen we als een opdracht, een roeping voor zendingswerkers met een groot geloof. Leerlingen maken? Leerlingen blijven is vaak al moeilijk genoeg, zeker op de grens van de coronatijd. Dan kan je eigen geloofstank behoorlijk leeg zijn. En voor jezelf of je gezin kost het al moeite genoeg om het geloof vorm en inhoud te geven. Je voelt weinig missionaire drang…

Toch hebben leerlingen zijn en leerlingen maken alles met elkaar te maken. Het ontspannende uitgangspunt is dat we in het geloof leerlingen blíjven. We hoeven niet de rol van de Meester over te nemen. In Johannes 15 wordt het leerling zijn verbonden met het beeld van de wijnstok en de ranken. Ik citeer vers 8: ‘De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vruchten voortbrengen en mijn leerlingen zijn.’ ‘Vrucht’ is in het Johannes-evangelie een term die betekenis krijgt vanuit de missio dei, het plan van God voor deze wereld. Vrucht dragen is het tonen van Gods grootheid aan de volken. Hoe? Door leerlingen te zijn met een roeping, namelijk om te laten zien hoe geweldig onze Meester is.

Vorige week kwam ik in een situatie die dit mooi illustreert. Met onze zoon was ik op een meeloopdag op een middelbare school. Die was georganiseerd om de schoolkeuze te ondersteunen. Met andere groep 8ers en ouders verzamelden we in een lokaal.
Een docente deed de introductie. Maar zij was niet alleen. Ze had twee leerlingen gevraagd om erbij aanwezig te zijn. En steeds liet ze deze leerlingen vertellen hoe op die school het onderwijs in elkaar zat, welke speciale programma’s je kon volgen als extra vakken en waarom zij ooit voor deze school gekozen hadden. Ze deelden logischerwijs positieve verhalen! En toen de groep 8ers vervolgens een paar korte proeflesjes gingen volgen, namen déze twee leerlingen hen als het ware bij de hand, en leidden ze door de school. Zodat de mógelijke nieuwe leerlingen een goed beeld zouden krijgen. Uit de eerste hand.

Dát geeft volgens mij aan hoe leerlingen zijn en leerlingen maken samen op kunnen gaan. Die onderbouwleerlingen zijn niet verantwoordelijk voor de vrucht. De groep 8ers en hun ouders maken hun eigen keuze. Maar zij kunnen er wel aan bijdragen dat het beeld van de school, van het onderwijs en van de docenten zo góed mogelijk over het voetlicht wordt gebracht.

Zo geldt dat ook voor ons als gemeente, als gelovigen. Als ranken zijn we geroepen om het goede van de ware wijnstok door te geven. In de hoop op vrucht. In de hoop op steeds meer leerlingen op de school van Jezus. Het goede nieuws mogen we delen op de plekken waar wij het leven vorm en inhoud geven. Dat worden dan potentiële meeloopdagen voor groep 8ers, waar wij hen rond mogen leiden. Hopelijk treffen we in ons gezin, op ons werk, op school, in de buurt mensen die meer over Jezus en zijn boodschap willen horen. Wat zou het mooi zijn als ze tot geloof komen! Die beslissing is niet ons werk. Maar laten we niet te klein denken over wat God ook vandaag de dag kan doen, en doet.

Dat blijkt wel uit Jezus’ woorden die voorafgaan aan wat het ‘zendingsbevel’ heet: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.’ Dat is de motor en de dragende grond onder Gods missie. Híj is in control. Ook als we soms de indruk krijgen dat het enthousiasme voor de school van Jezus tanende is. Misschien klopt dat, en staat in deze tijd de school van Jezus er niet zo goed op, en is er weinig animo voor meeloopdagen, om het zo te zeggen. Ondanks ons enthousiasme! Het kan ook dat we juist zelf moeite hebben om enthousiast te zijn en te blijven, en dit over te brengen naar anderen. Maar daarom zei Jezus tegen zijn leerlingen op de berg ook nog dit: ‘Houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ Voldoende houvast om voor mensen die ons pad kruisen tóch een meeloopdag voor de school van onze geweldige Meester te organiseren.

Ds. Michiel Vastenhout