Morgengebed

… des morgens leg ik het U voor, en zie uit…- Psalm 5:4

Wij zijn gewend ’s avonds te bidden. De dag is voorbij. We zijn gereed gekomen met ons werk of hebben er maar een punt achter gezet. En dan gaan we naar God.
We hebben veel te vragen. Allereerst vergevig van onze zonden en voor alles wat we verkeerd hebben gedaan en een zegen over wat we mochten doen.

En als we naar God gaan, doen we dat dan in alle rust, of is het meer een neervallen, nadat we de hele dag gehold hebben? De meeste psalmen zijn tot God gericht en daarom eigenlijk gebeden.

Het psalmenboek is het gebedenboek bij uitstek. Beseffen we ook nog wel dat we in de psalmen het geloofsleven van de kinderen van God vinden?
In de psalmen zingt de gelovige van genade, liefde, goedheid, grootheid, heerlijkheid en de trouw van God. Hij bezingt de kracht en de hulp die God geeft. Hij klaagt over zijn zonde, ellende en strijd. Alle facetten van het leven met God komen in de pslamen voor.
Psalm 5 is een morgengebed. David had daar wellicht meer tijd voor. Maar daar hebben wij toch geen tijd voor? We hebben zoveel haast. De kinderen moeten de bus halen, we zijn te laat opgestaan en straks komen we ook nog te laat op het werk. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het om die reden nogal eens wordt nagelaten.

Toch is het morgengebed onvervangbaar.
Zou het ook nog een diepere oorzaak kunnen hebben wanneer wij het morgengebed nalaten? Het is net of wij met die haast willen zeggen: “Ja, God, we weten het allemaal wel dat U het goed moet vinden, wat ik vandaag ga doen, maar de plannen liggen toch al klaar.”.
U krijgt niet veel tijd om wijzingen in aan te brengen. Hoogstens leggen we het God nog even voor. Omdat het misschien zo hoort. ‘Ter inzage’, staat er op ons morgengebed in telegram-stijl. Maar wachten we ook even op antwoord? Want God wil er in gekend zijn. In onze plannen en in onze zorgen. Hij wil dat we ook even de tijd nemen om Hem er wat over te laten zeggen. Ja, maar als Hij dan onze plannen overhoop gooit?

We nemen toch wel de tijd voor God? We willen toch niet het risico lopen dat Hij straks geen tijd voor ons heeft?

Arie in’t Veld