Vertrouwen

‘Strek uw hand uit…’ (Exodus 4: 4)

Afgelopen maandag was het ‘Blue Monday.’ Dat wordt gezien als de meest treurige dag van het jaar. Niet alleen omdat het sowieso een maandag is en menigeen dan in mineur verkeert, maar omdat we op deze datum zo ongeveer door de mand vallen met al onze goede voornemens.

Zou Mozes ook iets van die deprimerende gevoelens hebben gehad toen hij zijn roeping ontving om zijn volksgenoten te bevrijden uit Egypte? Hij verzint namelijk allerlei uitvluchten en voert een batterij aan argumenten op die samen te vatten zijn in de vijf nieten: Ik deug niet; Ik weet niet; Ik geloof niet; Ik kan niet en ik wil niet. Zijn benoeming is volgens hem een enorme vergissing.

Zijn roeping valt ook wel op een beroerd moment. Hij is inmiddels 80 jaar. Om dan nog leiding te moeten geven aan een volk? Ga er maar aan staan! Met alle respect voor iemand als Joe Biden, maar een hoogbejaarde de leiding van ons land toevertrouwen?

Als Mozes nou eerder was geroepen? Rond zijn 40e levensjaar bijvoorbeeld. Toen zat hij nog vol idealen en voornemens. Hij zou zijn volk wel eens even bevrijden van de machthebbers, maar dan op zijn manier (Exodus 2: 11 en 12). Maar wat bleef er van over?

Een onstuimige driftkop die zich zwaar vertilde aan zijn opdracht en nu met geen tien paarden meer in beweging was te krijgen. Zijn meerderwaardigheid had hij ingewisseld voor minderwaardigheidsgevoelens: wie ben ik dat ik tot Farao zou gaan? Enne… wat als mijn volksgenoten zouden zeggen dat ik mijn ontmoeting met God uit mijn dikke duim gezogen zou hebben? Iedereen kan wel zeggen dat God hem stuurt. Dan ben ik zó uitgepraat! Trouwens, ik ben ook helemaal geen prater.

Arme Mozes!

Nee, God houdt Mozes geen blinddoek voor met te zeggen: ‘Het valt best wel mee Mozes, zo erg is Egypte niet en Farao is een welwillend heerschap, je kunt het allemaal wel aan.’ Integendeel. God laat Mozes zien dat Egypte een dodelijk venijn is, een slang die Israël compleet in de wurggreep heeft.

Mozes krijgt een lesje aanschouwelijk onderwijs. Zijn dode staf wordt plotseling een levende slang. Hij schrikt zich een hoedje en weet maar één ding: wegwezen. Egypte is een giftige slang die hem met opengesperde bek staat op te wachten. En juist die slang moet Mozes grijpen….. bij de staart.

Nu moeten we even halt houden! Want is het niet oliedom om een slang bij de staart te grijpen? Dan kronkelt dat beest nog lekker in het rond met alle risico’s van dien.

Als je een slang grijpt doe dat dan achter de kop. Of vermorzel hem desnoods onder de voet. Slinger de slang. Gooi hem weg of ga zelf op de loop. Maar pak hem alstublieft niet bij de staart! Dat is gekkenwerk.

Grijp dat serpent bij de staart! Zo klinkt de opdracht.

Mozes moet nota bene zijn hand uitstrekken. Dat is toch, net als met Covid-19, je moedwillig blootstellen aan gevaar?  Jazeker… mee eens. Maar als God ons bij de hand neemt? Dan maak je soms keuzes, die allesbehalve logisch zijn. Keuzes die zo maar kunnen botsen met al je opgebouwde zekerheden. Het maakt je bovendien ontzettend kwetsbaar.

Maar kwam God niet zo onze wereld binnen? Als een kwetsbaar Kind in de kribbe?

En heeft niet juist dit Kind Jezus, zoals beloofd, de kop van de slang vermorzeld? Daarom, vertrouw op God en ga in Zijn spoor. In die weg wordt een gevaarlijke slang uiteindelijk ook weer staf om te gaan.

Theo den Braanker