‘Waar bewaren we onze koffers?’

Onze plaats in de samenleving innemen Bid tot de Heer voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar voorspoed en vrede, want de voorspoed van de stad is ook jullie voorspoed’ (Jeremia 29: 7).

De vorige twee artikelen in deze reeks vragen om een vervolg. Als we onze bezinning op samen kerk zijn daartoe zouden beperken, lopen we namelijk het risico om niet langer kerk te zijn, maar een vereniging. Een club van meer- of mindergelijkgestemden met een gedeelde

interesse, die gezamenlijke activiteiten beleggen.

Maar dan zijn we geen kerk.

Zeker. Het samen-zijn en samenkomen van de gemeente is van grote betekenis. Dat hebben de vorige bijdragen heel helder gemaakt. Maar nooit als doel op zichzelf. Een kerk die alleen maar samen leeft, zonder zich deel te weten van de samenleving, is geen kerk, maar een sekte. En dat zijn we niet, en daarom richt de kerk de blik naar buiten. En ze kijkt niet alleen naar buiten, ze gaat ook naar buiten. Nog scherper gezegd: de kerk is buiten. Af en toe komen we naar binnen, zijn we samen, om God te prijzen, om zijn evangelie te horen en om te worden toegerust voor ons leven op de plekken waar we 95% van onze tijd zijn.

Dan zijn we buiten de kerk, maar in Gods wereld. Daar leven we als vreemdelingen en priesters (Stefan Paas). Gods wereld, die het beloofde land niet meer, én nog niet is. Dat betekent leven in ballingschap. Zoals de Judeeërs in de tijd van Jeremia. Weggevoerd naar Babel. En zij krijgen een brief van hem. Die te denken geeft en een weg wijst om te gaan. Namelijk: blijven waar je bent. Ik zal proberen de essentie van de brief van Jeremia, ook voor ons, uit te werken met een voorbeeld. Over koffers. Waar bewaar je je koffers? Zo aan het einde van de zomervakantie hebben velen van ons hun koffers en reistassen weer opgeborgen. Als er een reis gepland is, een vakantie, dan komen ze tevoorschijn. Dan pak je ze in en tijdens je reis leef je ‘uit je koffer’. Maar dat doe je thuis niet. Dat zou bizar zijn. Thuis berg je je koffers op en staan ze meestal niet voor het grijpen.

Waar bewaren we onze koffers? Dat is de vraag naar hoe we leven in Babel. Hoe we leven in ballingschap. Hoe we leven als gelovige anno 2022, hoe we leven als verspreide gemeente. Hoe we leven als christen midden in de samenleving, op de plek waar God je roept.

Wij geloven dat Jezus Christus de Heer is van de kerk en de Heer van ons leven. Dat is goed nieuws. Want zijn heerschappij zijn koningschap is het beste wat de wereld ooit is overkomen! Daarom brengt wie gelooft zijn of haar leven doelbewust onder Jezus’ heerschappij en erkennen we Hem als Heer over ons leven. Niet alleen tijdens de zondagse samenkomsten, maar op alle momenten van ons leven. Petrus noemt christenen vreemdelingen die ver van huis zijn. Zoals de Judeeërs ten tijde van Jeremia. De profeet gaat hen van Godswege duidelijk maken wat ze met hun koffers moeten gaan doen.

Niet leven uit de koffer!

Want veel ballingen kozen ervoor uit de koffer te leven. Ze dachten dat de ballingschap kort zou duren en dat ze zo weer thuis zouden komen in Jeruzalem. Dat werd ook gevoed door de achtergebleven groep daar, die luidkeels verkondigde dat zíj de toekomst hadden. Ze stelden hun vertrouwen op Egypte en konden zich gewoonweg niet voorstellen dat de Heer die heidenen uit Babel zomaar hun gang zou laten gaan. En veel ballingen in Babel dachten ook zo. En ze weigerden hun koffers uit te pakken in dat vervloekte heidense land. Ze leefden er uit de koffer. Maar Jeremia laat weten: leven uit de koffer is géén optie! Want die ballingschap is geen foutje, dat God snel weer recht zal zetten. Hij heeft er namelijk zelf de hand in gehad! Vanwege hun dienst aan valse goden. De boodschap is nu: ‘Omarm de ballingschap als de place to be. De toekomst ligt voorlopig níet in Jeruzalem, maar in Babel. Ga je koffer maar uitpakken.’

Ballingschap is in het Nieuwe Testament beeld voor geloven tussen de eerste en tweede komst van Christus in. Wij leven als in Babel. Te midden van mensen die niet geloven. Niet meer geloven. Of zoekend zijn qua geloof. Of iets anders geloven dan wij. Te midden van al die mensen zijn wij door God geroepen. Niet om weg te kijken, of ons terug te trekken op onze individuele eilandjes. Maar om volop en voluit te leven. Niet vanuit de koffer, maar in een eigen huis. In Babel. Biddend voor die stad. Je inzettend voor haar voorspoed en vrede. Jeremia 29:7 is schokkend! Want Babel komt er vaak juist ongenadig hard vanaf in de Bijbel. Het staat voor een rijk dat niet met de God van Israël rekent. En dan tóch voorspoed en vrede voor haar zoeken! Schokkende woorden, maar wel woorden die ook ons vandaag richting willen geven als Hervormde Gemeente van Sliedrecht, als deel van de Nederlandse samenleving anno 2022.

Gebed en inzet

Het begint met bidden voor… Voor je collega’s, voor je klasgenoten, voor je buren, voor je familieleden en vrienden. Bidden voor politici, mediamakers en opinieleiders. Voor Youtubesterren, influencers, popidolen en topvoetballers. En het bidden gaat hand in hand met concrete inzet voor voorspoed en vrede. Omdat iedereen daar beter van wordt. De ander, wijzelf. Dat is leven als vreemdelingen ver van huis, maar met de koffers uitgepakt. Let wel: dit is geen strategisch beleidsplan voor spectaculaire kerkgroei. Dit is in feite gerommel in de marge. Kwetsbaarheid is hier troef. Dat groepje ballingen stelde natuurlijk niets voor in dat immense rijk van Babel. Een minderheid die nauwelijks opviel. Zo leeft de kerk ook vandaag. Geloven speelt zich af in de marge van onze samenleving. Een samenleving in Gods wereld, waarover Hij hoe dan ook de scepter zwaait. In die samenleving nemen we als christen onze plaats in. Niet moedeloos, maar hoopvol. En ja, dan is daar ook in onze gemeente ruimte voor verlegenheid, voor verootmoediging. Want we beseffen dat we zo gemakkelijk kiezen voor andere opties wat onze koffers betreft.

Andere opties met de koffer

Wellicht herkennen we de neiging te willen leven uit de koffer. Dat je hoopt dat het snel weer gaat worden zoals het was. Ooit. Toen iedereen nog leek te geloven. De kerken vol zaten. Op zondag je niet de enige was uit je straat die naar de kerk ging. Toen je op je werk nooit kritische vragen kreeg over God en geloof, want iedereen deed daaraan, en iedereen vond het lastig daarover te praten. Daarom deden we er collectief het zwijgen toe, behalve als we om stilte vroegen tijdens de lunch. De neiging te willen leven uit de koffer. Hopend dat alles maar snel weer wordt zoals eerst. In de kerk, in de samenleving. Je kunt je koffers ook compleet van de hand doen. Dat is een andere reden voor verootmoediging. Omdat we dan willen leven alsof het hier en nu het enige is. Hier moet het gebeuren, en wel nu. Uit het leven halen wat erin zit. Hoezo ballingschap, en leven als vreemdeling ver van huis? Geen koffers meer nodig. De goden van Babel bleken sterker dan de God van Israël en we houden er nu eenmaal niet van een loser te zijn. Of iets minder rigoureus. De koffer ver weg op zolder stoppen. Die hebben we voorlopig niet meer nodig. Hier en nu moet het gebeuren.

Redenen genoeg voor verlegenheid en verootmoediging.

Maar te midden van de kwetsbare werkelijkheid van de ballingschap klinkt deze brief. De oproep om de werkelijkheid van vandaag, onze Nederlandse samenleving, te omarmen als plaats waar God je roept. Biddend. Je inzettend voor voorspoed en vrede. Met open ogen door Gods wereld gaan. Zonder ons sektarisch op een eilandje op te sluiten en zonder ons blindelings aan te passen.Maar tegelijk is die oproep niet het laatste woord van Godswege. Dat kán het ook niet zijn. Zijn boodschap is namelijk ook een boodschap van hoop. Ballingschap in Babel is niet het einddoel van Gods plan. Het einddoel van Gods plan is de doorbraak van zijn Koninkrijk. Is leven onder zijn regering in Jeruzalem. In het nieuwe Jeruzalem. Ballingschap is niet het laatste woord van God. Het laatste woord is thuiskomen. Daarom houden we de koffers bij de hand.

In beweging komen

Tijdens de gemeenteavond deelden we deze vraag, om ons in beweging te zetten: ‘Morgen neem jij je plek in de samenleving weer in. Wat neem je jezelf voor om op die plek morgen ánders te doen dan vorige week?’ Probeer dat voor jezelf concreet te maken. Maak het niet te groot, maar laat je inspireren en motiveren door het kernvers uit Jeremia 29. Hoe kun jij je inzetten voor voorspoed en vrede voor de stad? Dat zijn dus de plekken waar je bent als je géén kerkelijke activiteiten bezoekt. Het is mooi dit in onderlingen ontmoetingen te delen. Zo kunnen we elkaar, op de momenten dat we samen zijn, (biddend) bemoedigen en toerusten met het oog op de plekken dat we elk onze plaats in Gods wereld innemen.

Ds. Michiel Vastenhout.